1 Druk op BS1 om de gewenste stand te selecteren. Zie ook
activeren" [ 4 42].
"16.1.4 Stand 1 of 2
BS1 BS2 BS3
▪ Voor stand 1: druk op BS1 en laat meteen los.
▪ Voor stand 2: druk op BS1 en houd de knop meer dan
5 seconden ingedrukt.
Resultaat: De geselecteerde stand verschijnt op het 7-
segmentendisplay.
2 Om de gewenste instelling te selecteren, druk even veel keer
op BS2 als het nummer van de gewenste instelling.
Bijvoorbeeld: druk 2 keer voor instelling 2.
BS1 BS2 BS3
Resultaat: De instelling verschijnt op het 7-segmentendisplay,
[Instelling Stand] is geactiveerd.
3 Druk 1 keer op BS3 om naar de waarde van de geselecteerde
instelling te gaan.
Resultaat: Het display geeft de status van de instelling weer
(afhankelijk van de werkelijke lokale situatie).
BS1 BS2 BS3
4 Om de waarde van de instelling te veranderen, druk even veel
keer op BS2 als het nummer van de gewenste waarde.
Bijvoorbeeld: druk 2 keer voor waarde 2.
Resultaat: De waarde verschijnt op het 7-segmentendisplay.
5 Druk 1 keer op BS3 om de verandering van de waarde te
bevestigen.
6 Druk opnieuw op BS3 om de werking te beginnen met de
gekozen waarde.
7 Druk op BS1 om af te sluiten en terug te keren naar de
beginstand.
WAARSCHUWING
Als een deel van het systeem al (per ongeluk) werd
ingeschakeld, dan kan instelling [2-21] op de buitenunit op
waarde 1 worden ingesteld om de kleppen (Y1E, Y2E,
Y7E, Y8E, Y13E, Y16E, Y17E, Y11S~Y16S, Y21S~Y26S,
Y31S~Y34S, Y44S) te openen.
17
Inbedrijfstelling
Na de installatie en wanneer de lokale instellingen zijn ingesteld
moet de installateur de goede werking controleren. Hiervoor MOET
het systeem proefdraaien volgens de hierna beschreven procedures.
17.1
Voorzorgsmaatregelen bij de
inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
Laat het systeem NIET proefdraaien terwijl aan de
binnenunits wordt gewerkt.
Bij het proefdraaien zullen NIET ALLEEN de buitenunit,
maar ook de aangesloten binnenunit werken. Tijdens het
proefdraaien aan een binnenunit werken is gevaarlijk.
LRYEN10A7Y1+LRNUN5A7Y1
CO₂ Conveni-Pack buitenunit en capacity up unit
4P605461-1D – 2023.08
VOORZICHTIG
Schakel de bedrijfsschakelaar en de voeding van de
buitenunit nadat het koelmiddel volledig is gevuld NIET uit.
Anders wordt de veiligheidsklep geactiveerd door een
stijging
van
de
omgevingstemperatuur.
Wanneer de interne druk stijgt, kan de buitenunit
autonoom gaan werken om de interne druk te verlagen,
zelfs als er geen binnenunit werkt.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om
de carterverwarming van stroom te voorzien en de
compressor te beschermen.
Tijdens het proefdraaien starten de buitenunit en de binnenunits op.
Controleer of voorbereidingen van alle binnenunits voltooid zijn
(lokale leidingen, elektrische bedrading, ontluchten, ...). Zie de
montagehandleiding van de binnenunits voor meer informatie.
17.2
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik
gelezen,
zoals
beschreven
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om
abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het
opstarten van de unit.
Ter plaatse te voorziene bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in hoofdstuk
installatie" [ 4 32] beschreven instructies,
"14 Elektrische
de bedradingsschema's en de geldende nationale
regelgeving inzake bedrading is uitgevoerd.
Voedingsspanning
Controleer
de
voedingsspanning
voedingspaneel. De spanning MOET overeenstemmen
met de spanning op het naamplaatje van de unit.
Aardingsbedrading
Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en
de aardingsklemmen stevig zijn vastgemaakt.
Isolatietest van het hoofdvoedingscircuit
Controleer met behulp van een megger van 500 V of een
isolatiebestendigheid van 2 MΩ of meer is bereikt. Breng
hiervoor een spanning van 500 V DC aan tussen de
voedingsklemmen en de aarding. Gebruik de megger
NOOIT voor de transmissiebedrading.
Zekeringen, stroomonderbrekers of beveiligingen
Controleer of de zekeringen, de stroomonderbrekers of de
lokaal geïnstalleerde beveiligingen van het in het
hoofdstuk
"14 Elektrische
en grootte zijn. Controleer of er geen zekering of
beveiliging is overbrugd.
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische
componenten
componentenkast en binnenin de unit zichtbaar zijn.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
17 Inbedrijfstelling
interne
druk
bij
hoge
in
de
uitgebreide
op
het
lokale
installatie" [ 4 32] vermelde type
in
de
elektrische
43