OPMERKING
De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd
eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen
ook open.
Zie ook de montagehandleiding van de binnenunit voor
meer informatie. Lektesten en vacuümdrogen moeten
worden uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt
ingeschakeld.
13.4.2
Druksterktetest uitvoeren
WAARSCHUWING
Voordat u het systeem in gebruik neemt, moet u
controleren of alle lokaal geleverde componenten of
binnenunits voldoen aan de druktestspecificaties van
EN378-2. Als u niet zeker bent, is het aanbevolen om de
onderstaande test uit te voeren.
Voer deze test uit voor lokale leidingen.
De test moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
Vereiste: Doe het volgende om te voorkomen dat de veiligheidsklep
(lokaal te voorzien) tijdens de test opent:
▪ Verwijder de veiligheidsklep(pen) (lokaal te voorzien) en,
indien aanwezig, de omschakelklep.
▪ Installeer een deksel (lokaal te voorzien) op het deel met
schroefdraad.
1 Draai alle afsluiters dicht
2 Sluit aan op de gaszijde (c) en de vloeistofzijde (d) van het
circuit dat u wilt testen. Zie
Set-up" [ 4 30].
controleren:
3 Breng zowel de vloeistof- als de gaszijde van het koelingcircuit
onder druk via de vulpoort van de afsluiter. Test de druk altijd in
overeenstemming met EN378-2 en let op de ingestelde druk
van de drukveiligheidsklep (indien geïnstalleerd).
▪ Voor de vloeistofzijde bevelen we een testdruk van 1,1 Ps
(99 bar) aan.
▪ Voor de gaszijde bevelen we een testdruk van 1,1 Ps
(lagedrukzijde van het koelingcircuit) aan.
OPMERKING
Als de ontwerpdruk van de gasleiding van koelonderdelen
geen 90 barg is (bijvoorbeeld: 6 MPaG (60 barg), dan
MOET op de lokale leidingen een veiligheidsklep voor
deze ontwerpdruk worden voorzien. Koelonderdelen met
een ontwerpdruk van minder dan 60 barg kunnen NIET
worden aangesloten.
4 Breng
zowel
de
vloeistof-
airconditionercircuit onder druk via de vulpoort van de afsluiter.
Test de druk altijd in overeenstemming met EN378-2. We
bevelen een testdruk aan van 1,1 Ps (132 bar).
5 Controleer of er geen drukval is.
6 Als de druk wel daalt nadat de druk is weggevallen, spoor dan
het lek op en repareer het.
Als de test geslaagd is, vervang het deksel op het deel met
schroefdraad door de omschakelklep (indien van toepassing) en de
veiligheidsklep(pen) (lokaal te voorzien).
13.4.3
Lektest uitvoeren
Voer deze test uit voor lokale leidingen.
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
1 Draai alle afsluiters dicht.
LRYEN10A7Y1+LRNUN5A7Y1
CO₂ Conveni-Pack buitenunit en capacity up unit
4P605461-1D – 2023.08
"13.4.1 Koelmiddelleiding
als
de
gaszijde
van
het
13 Installatie van de leidingen
2 Sluit aan op de gaszijde (c) en de vloeistofzijde (d) van het
circuit dat u wilt testen. Zie
Set-up" [ 4 30].
controleren:
3 Breng zowel de vloeistof- als de gaszijde van het koelingcircuit
onder een druk van tot 3,0 MPaG (30 barg) via de vulpoort van
de afsluiter.
4 Breng
zowel
de
vloeistof-
airconditionercircuit onder een druk van tot 3,0 MPaG (30 barg)
via de vulpoort van de afsluiter.
5 Breng een bellentestoplossing aan op alle leidingverbindingen.
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
onderdelen kan veroorzaken.
6 Als de druk daalt, spoor dan het lek op, repareer het en herhaal
de
druksterktetest
uitvoeren" [ 4 31])
en
uitvoeren" [ 4 31]).
13.4.4
Vacuümdrogen
1 Sluit een vacuümpomp aan op de vulpoort van de gas- (c) en
vloeistofafsluiters (d). Zie
"13.4.1 Koelmiddelleiding controleren:
Set-up" [ 4 30].
2 Vacumeer de unit minstens 2 uur tot een meterdruk van –
0,1 MPa of minder.
3 Laat de unit meer dan 1 uur staan met een vacuümdruk van –
0,1 MPa of minder. Controleer op de vacuümmeter of de druk
niet stijgt. Een stijging van de druk wijst op een lek in het
systeem of achtergebleven vocht in de leidingen.
Ingeval van een lek
1 Spoor het lek op en repareer het.
2 Vacumeer hierna opnieuw volgens de hiervoor beschreven
procedure.
Ingeval van achtergebleven vocht
Wanneer de unit op een regenachtige dag werd geïnstalleerd, kan er
na een eerste keer vacuümdrogen nog vocht in de leidingen
achterblijven. Voer in dat geval de volgende procedure uit:
1 Breng het stikstofgas onder een druk van tot 0,05 MPa (om het
vacuüm te breken) en vacumeer gedurende minstens 2 uur.
2 Vacuümdroog de unit daarna minstens 1 uur tot –0,1 MPa of
minder.
3 Breek het vacuüm en vacuümdroog opnieuw als de druk geen –
0,1 MPa of minder bereikt.
4 Laat de unit meer dan 1 uur staan met een vacuümdruk van –
0,1 MPa of minder. Controleer op de vacuümmeter of de druk
niet stijgt.
13.5
Koelmiddelleiding isoleren
Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden
geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Isoleer altijd de vloeistof- en de gasleidingen (voor alle units).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
"13.4.1 Koelmiddelleiding
als
de
gaszijde
van
ammoniak,
dat
corrosie
(zie
"13.4.2
Druksterktetest
de
lektest
(zie
"13.4.3 Lektest
het
van
31