5. BASISFUNCTIES
5.1 Telefoneren en contacten
Met deze applicatie kunt u bellen
en uw contacten beheren.
Telefoneren
›
U heeft drie mogelijkheden om een telefoonnummer voor een
gesprek in te voeren:
Telefoonboek:
•
Toetsenblok:
•
vervolgens Bellen.
Recente oproepen:
•
ontvangen of uitgaande oproepen.
Wissen
›
Kies Wissen om meerdere oproepen uit
de oproeplijst te verwijderen.
Instellingen
›
Hier kunt u spraakoproepinstellingen uitvoeren, zoals b.v.
Oproep doorschakelen of Oproepblokkering. Onder Overige
instellingen kunt b.v. toegestane telefoonnummers beheren of
minuutherinnering inschakelen.
Kies een contact uit de lijst door erop te tippen.
Voer de nummers via het toetsenblok in en kies
Kies een contact uit de lijst van de recent
Basisfuncties
47