4.0 Machine bedienen
5.1 Machine laten proefdraaien
De machine mag pas worden gebruikt na het proefdraaien en het testen van alle functies. Zowel het
proefdraaien als het testen mag alleen worden uitgevoerd door een persoon die de handleiding van de
machine heeft bestudeerd.
Vóór het proefdraaien moeten alle onderdelen van de houtklover worden gecontroleerd. Als er enig defect
of slijtage wordt ontdekt dat het veilig gebruik van de machine kan beïnvloeden, mag de houtklover niet
worden gebruikt totdat het defecte of versleten onderdeel vervangen is en veilig gebruik gewaarborgd is.
1. Zorg ervoor dat de beschermkappen van de invoerband en de kloofsectie naar beneden worden
gebracht en dat de bedieningshendel van de houtklover in de Run-stand staat.
2. Controleer of de in- en uitvoerband in de bedrijfsstand staan.
3. Zorg dat de splijtgroef leeg is.
4. Activering
a. Tractor aangedreven: Start de tractor en sluit de uitgang aan, beginnend op lage snelheden
en opvoerend tot een snelheid van 480 rpm.
b. Elektrisch aangedreven: Sluit een kabel aan op de elektrische aansluiting van de houtklover,
start de houtklover door op de startknop te drukken en wacht even. De elektromotor wordt
geactiveerd tot de volle snelheid.
5. Zorg ervoor dat de olieklep van de zaagketting voldoende is geopend. Indien nodig, zie Sectie 3.2.5.
6. Gebruik de besturingselementen van de houtklover om een zaagbewerking uit te voeren en zorg
ervoor dat de bewerking normaal is als de zaagflens terug omhoog gaat.
7. In extreem koud weer herhaalt u de zaagbewerking met het activeringspedaal G (in afbeelding 19)
om de olie op te warmen totdat de bewerking op een normale snelheid wordt uitgevoerd.
8. Activeer de zaagbewerking met het pedaal en stop de bewerking door de bedieningshendel C van
de houtklover (in afbeelding 19) naar de Stop-stand te draaien. Opmerking! De zaagflens moet
omhoog staan.
9. Zorg dat de kloofbalk terugkeert naar de uitgangspositie door de bedieningshendel C naar rechts te
draaien, waardoor de kloofbalk omkeert.
10. Test de invoerbewerking van de invoerband met de bedieningshendel A en de omkeerbewerking
met het omkeerpedaal E (in afbeelding 19). In het Easy-model gebruikt u de bedieningshendel B
weergegeven in afbeelding 20.
11. Zorg ervoor dat het pad van de houtpers normaal is door de hendel B van de houtpers te gebruiken
zoals weergegeven in afbeelding 19.
12. Zorg ervoor dat de invoerband normaal loopt en niet tegen de wanden aanschuurt. Als uw
houtklover is uitgerust met een zwenkbare uitvoerband test dan het snelheidsaanpassingsventiel F
(in afbeelding 19) van de uitvoerband.
Als de machine defect blijkt tijdens het proefdraaien, zoek dan de oorzaak en neem de noodzakelijke
herstelmaatregelen. De machine moet tijdens het zoeken naar de storing en het uitvoeren van de reparatie
worden uitgeschakeld en losgekoppeld van de vermogensbron.
Hakki Pilke Expert / Easy
32
Vertaling
Versie 4