Watervoorziening
60
Watervoorziening
Schoonwaterreservoir
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
G
WAARSCHUWING
Water kan verontreinigd zijn en schadelijke
resten bevatten, in het bijzonder uit bronnen
en rivieren. Wanneer de schoonwatertank
met verontreinigd water of water met resten
wordt gevuld, bestaat vergiftigingsgevaar!
Vóór het vullen van de tank met schoon
R
water uit de openbare watervoorziening
informatie inwinnen over de kwaliteit van
het water.
De schone schoonwatertank alleen vullen
R
met water van goede kwaliteit.
Bij twijfel over de zuiverheid van het schone
water als voorzorgsmaatregel een desinfecte-
ringsmiddel aan het water toevoegen. Desinfec-
teringsmiddel is verkrijgbaar bij campingspecia-
listen en bij apotheken.
De waterpomp in de schoonwatertank mag
!
niet drooglopen. Anders kan deze worden
beschadigd.
De waterpomp in het schoonwaterreservoir
voert het water naar de waterkraan van de
spoelbak en naar de aansluiting voor de buiten-
douche in het achtergedeelte. De waterpomp
wordt automatisch ingeschakeld als de betref-
fende verbruiker wordt gebruikt.
Niveau weergeven
Niveauweergave
Schoonwaterreservoir
:
Vuilwatertank
;
Als de genoemde verbruikers worden bediend,
moet het schoonwaterreservoir voldoende
gevuld zijn. Het niveau kan via de centrale bedie-
ningseenheid worden weergegeven.
X
Met de draai-drukknop het menu "Niveau-
weergaven" oproepen.
Het display toont de niveaus voor het schoon-
waterreservoir en de vuilwatertank. Vier bal-
ken geven een vol schoonwaterreservoir aan.
Als nog slechts één balk wordt weergegeven,
bevindt zich nog circa negen liter vers water in
de tank.
i
Bij een geleegd schoonwaterreservoir wordt
continu een waarschuwingsmelding op de
centrale bedieningseenheid weergegeven
Y
(
pagina 48).
Schoonwaterreservoir vullen
!
Als het schoonwaterreservoir onder druk
wordt gevuld, kan het interieur overstromen
en zo beschadigd raken. Het schoonwaterre-
servoir niet onder druk vullen.
De vulpijp voor het schoonwaterreservoir =
bevindt zich achter de onderhoudsklep in het
achtergedeelte aan chauffeurszijde.
X
De onderhoudsklep omhoogklappen.
X
De dop = met de sleutel ontgrendelen.
X
De dop linksom draaien en verwijderen.
X
Schoon water bijvullen.
X
De dop = aanbrengen en tot de eerste ver-
grendeling rechtsom draaien.
X
De dop met de sleutel afsluiten.
X
De onderhoudsklep sluiten en aan beide zij-
den aandrukken, zodat beide vergrendelings-
nokken aangrijpen.
Bij rijden door bochten als het schoonwa-
i
terreservoir vol is, kunnen kleine hoeveelhe-
den schoon water via de geforceerde ontluch-
ting naast de dop naar buiten komen.