Standverwarming (extra luchtverwar-
ming)
Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
G
GEVAAR
Als de uitlaat geblokkeerd is of onvoldoende
ventilatie mogelijk is, kunnen giftige uitlaat-
gassen, in het bijzonder koolmonoxide, het
voertuig binnendringen. Dat is bijvoorbeeld in
gesloten ruimtes het geval, of als het voertuig
in de sneeuw blijft steken. Er bestaat levens-
gevaar!
In gesloten ruimtes zonder afzuiging de inte-
rieurvoorverwarming uitschakelen, bijvoor-
beeld in de garage. Als het voertuig in de
sneeuw is blijven steken en de interieurvoor-
verwarming moet blijven werken, de uitlaat en
het gedeelte rond het voertuig sneeuwvrij
houden. Aan de zijde van het voertuig die van
de wind is afgekeerd een ruit openen, om de
toevoer van voldoende buitenlucht te waar-
borgen.
G
GEVAAR
Wanneer de interieurvoorverwarming wordt
ingeschakeld als een voortent is aangebracht,
kunnen uitlaatgassen in de voortent geraken.
Er bestaat levensgevaar!
De interieurvoorverwarming altijd uitschake-
len als zich personen in de voortent bevinden.
G
GEVAAR
De interieurvoorverwarming wordt automa-
tisch ingeschakeld als een inschakeltijdstip is
voorgeselecteerd.
Als niet voor voldoende ventilatie kan wor-
R
den gezorgd, kunnen zich giftige uitlaatgas-
sen verzamelen, in het bijzonder koolmo-
noxide. Dat is bijvoorbeeld het geval in
afgesloten ruimten. Er bestaat levensge-
vaar!
Als zich licht ontvlambare stoffen of brand-
R
baar materiaal in de buurt bevinden,
bestaat brand- en explosiegevaar!
Als het voertuig onder deze of gelijksoortige
omstandigheden wordt geparkeerd, altijd de
Standverwarming (extra luchtverwarming)
voorgeselecteerde inschakeltijdstippen uit-
schakelen.
G
Met de interieurverwarming ingeschakeld kan
uit het luchtrooster aan de achterzijde van de
zittingbak van de chauffeursstoel zeer warme
lucht stromen. Daardoor kunnen in de directe
omgeving het luchtrooster brandwonden wor-
den opgelopen. Gevaar voor letsel!
Alle inzittenden moeten voldoende afstand
tot het luchtrooster in acht nemen; dit con-
troleren.
G
Als de standverwarming is ingeschakeld, kun-
nen onderdelen van de auto, bijvoorbeeld het
uitlaatsysteem van de standverwarming, zeer
heet worden.
Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren,
gras of takken, kunnen ontsteken als ze in
contact komen met:
hete onderdelen van het uitlaatsysteem
R
van de standverwarming
het uitlaatgas zelf
R
Er bestaat brandgevaar!
Als de standverwarming is ingeschakeld, con-
troleren dat:
hete onderdelen van de auto niet in contact
R
komen met brandbaar materiaal.
de uitlaatgassen ongehinderd via de uit-
R
laateindpijp van de standverwarming naar
buiten kunnen.
de uitlaatgassen niet met brandbaar mate-
R
riaal in aanraking komen.
G
Auto's met extra heteluchtverwarming:
Door ondeskundig uitgevoerde aan de warm-
tewisselaar van de extra heteluchtverwar-
ming kunnen uitlaatgassen in het interieur
terecht komen. Er is gevaar voor vergiftiging
of zelfs levensgevaar!
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
49
Z