NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Menu
"Instellingen"
Druk in het menu "Navigatie" op "Instellingen"
en selecteer de subcategorie die u wilt wijzi-
gen:
– "Geluid en waarschuwingen";
– "Routeopties";
– "Instellingen verkeersinformatie";
– «Instellingen kaart»;
– "Instellingen begeleiding".
Druk op de toets van het submenu en
vervolgens op "Resetten" om uw gege-
vens te resetten en terug te keren naar
de standaardinstellingen.
In sommige landen is het aanzetten van
de optie van de waarschuwingen voor
flitslocaties verboden.
(1/3)
"Geluid en
waarschuwingen"
Via dit menu kunt u de computerstem in
het multimediasysteem, de verschillende
tonen en de navigatiewaarschuwingen in-
stellen.
"Navigatiestem"
In dit menu kunnen de volgende parame-
ters worden ingesteld:
– de computerstem kiezen;
– de computerstem afstellen op;
– de taal van de computerstem kiezen;
– details van verzonden gesproken infor-
matie (minimum, standaard, gedetail-
leerd, enz.);
– type stem dat wordt gebruikt (vrouwe-
lijk of mannelijk).
Opmerking: het gekozen stemtype is van
toepassing op de navigatie, spraakher-
kenning en de apps.
"Instellingen waarschuwingspunten"
Via dit menu kunt u de verschillende vei-
ligheidssignalen activeren of deactiveren
en instellen, zodat ze een audio- en/of vi-
suele waarschuwing geven bij het nade-
ren van bepaalde locaties zoals scholen
spoorwegovergangen, gevaarlijke zones,
enz.
U kunt het navigatiesysteem zo instel-
len dat het deze punten waar verhoogde
waakzaamheid geboden is weergeeft op
de kaart en u waarschuwt met een ge-
luidssignaal wanneer u deze gebieden
nadert.
Voor sommige van deze gebieden bestaat
een wettelijk vastgestelde of verwachte
maximumsnelheid. Het geluidssignaal
kan verschillen naargelang van of u trager
of sneller rijdt dan de snelheidslimiet.
U kunt ervoor kiezen om altijd gewaar-
schuwd te worden wanneer u een gebied
van verhoogde waakzaamheid nadert, of
enkel wanneer u te snel rijdt.
2.19