SFEERVERLICHTING
"Omgevingsverlichting"
Klik op het beginscherm op "Menu", "Voertuig"
en vervolgens op "Omgevingsverlichting".
Met dit menu kunt u de volgende instellin-
gen regelen:
– sfeerverlichting "ON"/"OFF";
– de kleur van de omgevingsverlichting;
– intensiteit;
– zone.
"Omgevingsverlichting"
Met deze optie kan de sfeerverlichting
worden ingeschakeld/uitgeschakeld.
O p m e r k i n g :
a l s
d e
"Omgevingsverlichting" is uitgeschakeld,
zijn de instellingen niet beschikbaar.
Opmerking: als uw auto is uitgerust
met "Multi-Sense": zie het hoofdstuk
"Multi-Sense" om vanuit het submenu
"Omgevingsverlichting" te openen en daarna
"Configuratie huidige modus".
6.2
Omgevingsverlichting
Omgevingsverlichting
Intensiteit
Dashboard
Voorzijde
Achterzijde
Kleurkeuze
f u n c t i e
Als u de kleur van de omgevingsverlichting
van uw auto wilt wijzigen, selecteert u een
van de aangeboden opties.
"Intensiteit"
U kunt de intensiteit van de sfeerverlichting
regelen. Daartoe drukt u op de toetsen "+"
of "–".
Zone in het interieur
De geselecteerde kleur en intensiteit kunnen
ON
voor de volgende zones worden toegepast:
– dashboard
– interieur vooraan;
– interieur achteraan.
Druk op "ON" om de geselecteerde kleur en
intensiteit toe te passen.
ON
Submenu
Druk op de toets van het submenu en ver-
ON
volgens op "Resetten" om de instellingen te
ON
resetten en de standaardinstellingen te her-
stellen.
Opmerking: om de gewenste sfeerver-
lichting in uw gebruikersprofiel op te slaan,
stelt u deze in via het menu "Multi-Sense".
Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk
"Multi-Sense".
Om veiligheidsredenen mogen
deze acties enkel worden uit-
gevoerd als de auto stilstaat.