Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

4. BEDIENING

Gebruik met de GARDENA besproeiingsbesturingen
art. 1889, 1890, 1891, 1892:
De waterbehoefte van planten hangt af van veel factoren, bijv. het soort
plant, de grond, zoninstraling en windomstandigheden. Om het geschikte
schakelpunt van de bodemvochtigheidssensor te vinden, moet dit tijdens
de besproeiing gedurende een periode van ca. 1 – 2 weken in de gaten
worden gehouden en moet de besproeiingsbesturing evt. worden bijgesteld.
Schakelpunt van de bodemvochtigheidssensor instellen:
– Voor middelzware volle grond (kleiachtige humus) dient het schakelpunt
bij middelvochtig te worden gekozen.
– Voor zandige grond dient het schakelpunt bij zeer vochtig te worden
gekozen.
– Voor potgrond dient het schakelpunt veeleer bij droog te worden gekozen.
Bodemvochtigheidsgraad aanpassen:
v Wanneer de grond voor een desbetreffende toepassing (grondsoort of
plantensoort) te droog of te vochtig lijkt, moet het schakelpunt worden
aangepast via de sensorinstelling van de besproeiingsbesturing.
Deze functionaliteit bieden de volgende besproeiingsbesturingen vanaf
softwareversie:
• 1889 / 1285:
allemaal
• 1890:
2.0 en hoger
• 1891:
2.0 en hoger
• 1892:
32 en hoger
Bij een eerdere versie is een schakelpunt vooraf in de fabriek ingesteld,
zie het volgende gedeelte.
30
Weergave van de softwareversie van de besproeiingsbesturing:
– na het plaatsen van de accu:
of
– na het terugzetten naar de fabrieksinstelling door de beide toetsen
tegelijkertijd gedurende 3 seconden in te drukken [ afb. O1 ].
Vochtigheid van de bodem weergeven:
Op het display van de besproeiingsbesturing wordt de laatst gemeten vochtig-
heid weergegeven.
Wanneer de vochtigheid van de bodem gelijk of groter is dan het gekozen
schakelpunt, wordt er geen besproeiing uitgevoerd.
Gebruik met alle andere GARDENA besproeiingsbesturingen met
sensoraansluiting, art. 1881, 1883, 1885, 1862, 1864, 1866, 1874,
1283, 1284, 1276 en eerdere modellen met een sensoraansluiting:
– Een schakelpunt is vooraf in de fabriek ingesteld en kan niet worden
veranderd.
– Voor GARDENA besproeiingsbesturingen met een tweeaderige sensor-
aansluiting kan een adapterkabelset worden besteld via de GARDENA
servicedienst.
Toepassingsinstructies:
Om ervoor te zorgen dat de vochtigheid van de grond zo constant mogelijk
wordt gehouden, dient met korte besproeiingscycli en korte besproeiings-
tijden te worden besproeid. Dit geldt met name voor balkonbakken die
besproeiingstijden van < 5 minuten hebben.
De verspreiding van het vocht in de grond na besproeiing of neerslag vindt
plaats met een bepaalde traagheid. In het ongunstigste geval kan het
gebeuren dat een besproeiing en een regenbui zolang samenvallen totdat
de gewenste vochtigheid van de grond is bereikt.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave