Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gardena 1867 Gebruiksaanwijzing pagina 6

Inhoudsopgave

Advertenties

(1)
3. Plaats het deksel
weer terug en draai het met de wijzers van de klok
mee
om het te vergrendelen.
Wanneer het LED-lampje
(4)
elke 5 seconden rood knippert, zijn de batterijen
leeg en moeten worden vervangen.
Wanneer het LED-lampje
(4)
rood brandt is er sprake van een fout
(zie 7. STORINGEN VERHELPEN).
Netsnoer aansluiten [ afb. I5 ]:
(5)
1. Verbind het netsnoer
met de stekker
sensor.
2. Verbind het netsnoer met de besproeiingsbesturing.
Aanwijzingen:
– Leg het snoer plat neer om verwondingen en beschadigingen te voor-
komen.
– Zet het snoer indien nodig vast met GARDENA haringen art. 4090
(toebehoren voor GARDENA robotmaaier).
– Leg het snoer in de grond in een zandbed om beschadiging door stenen
te voorkomen.
– Het netsnoer kan met het GARDENA verlengsnoer art. 1868 (10 m)
worden verlengd tot een totale lengte van 105 m.
Kies de juiste standplaats:
Juiste standplaats:
De sensor moet op een plaats in de besproeiingszone worden gezet waar
deze aan dezelfde klimatologische omstandigheden (zon, wind, regen, enz.) is
blootgesteld als de planten waarvan de toestand moet worden weerge geven.
Verkeerde standplaats:
De sensor mag niet door aangrenzende planten worden afgedekt. Voorkom
dat de sensor in de schaduw staat.
(6)
van de bodemvochtigheids-
Om verkeerde resultaten die ontstaan door opgestuwd water uit te sluiten,
mag de sensor niet in laaggelegen gedeelten worden geplaatst.
Sensor in de grond planten [ afb. I6 ]:
LET OP!
De sensorpunt van de meetvoeler meet de vochtigheid van de
grond alleen op de juiste wijze, wanneer alle vlakken van de
sensorpunt door de grond worden geraakt! Er mag zich geen
ingesloten lucht rond de sensorpunt in de grond bevinden.
(7)
1. Schep de grond
er trechtervormig ten minste 12 cm diep uit.
(7)
2. Maak de uitgeschepte grond
3. Wanneer de grond
(7)
te droog is, moet deze worden bevochtigd.
4. Vul de trechter weer losjes op met de losgemaakte, vochtige grond
5. Steek de sensor tot aan de onderkant (bovenkant in het maaiveld)
van de bodemvochtigheidsvoeler
(9)
Daarbij moet de sensorpunt
vochtige grond.
(7)
6. Druk de grond
rond de bodemvochtigheidsvoeler
De sensor mag niet los in de grond zitten.
7. Giet rond de directe omgeving van de sensor ca. 1 liter water.
Afhankelijk van de grondsoort kan het wel enkele uren duren voordat
de sensor de werkelijke vochtigheid van de grond registreert.
Sluit het GARDENA Micro­Drip­System aan:
Om ervoor te zorgen dat de verspreide hoeveelheid water bij gebruik
van het GARDENA Micro-Drip-System door de sensorpunt wordt
geregistreerd, moet er een druppelaar direct boven de meetvoeler
worden aangebracht.
los en verwijder eventuele stenen.
(8)
in de losgemaakte grond.
aan alle kanten in contact komen met de
(8)
licht aan.
(7)
.
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave