15.3.2 Gegevensoverdracht nadat PRINT < manual > wordt ingedrukt
Functie activeren:
Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling < print >
< prmode > < trig > en bevestig met de toets.
Voor handmatige gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-instelling
< manual > selecteren en met de toets ➔ bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling < on > selecteren met de toets ➔
bevestigen.
Om het menu te verlaten op de navigatietoets herhaaldelijk drukken.
Gewogen materiaal opleggen:
Indien nodig op de weegschaal een lege container plaatsen en de weegschaal
tarreren.
Het te wegen materiaal opleggen. De gewichtswaarde wordt overgedragen nadat
op PRINT wordt gedrukt.
15.3.3 Automatische gegevensoverdracht < auto >
De gegevensoverdracht vindt automatisch plaats zonder op de PRINT toets te
drukken, mits aan de relevante overdrachtsvoorwaarden is voldaan, afhankelijk van
de instelling in het menu.
Activeren van de functie en instellen van de overdrachtsvoorwaarde:
Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling < print >
< prmode > < trig > en bevestig met de toets .
Voor automatische gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-
instelling < auto > selecteren en met de toets ➔ bevestigen.
Met de navigatietoetsen de instelling < on > selecteren met de toets ➔
bevestigen. Het verschijnt < zRange >.
Met de toets ➔ bevestigen en met de navigatietoetsen de gewenste
overdrachtsvoorwaarde instellen.
Met de toets ➔ bevestigen.
Om het menu te verlaten op de navigatietoets herhaaldelijk drukken.
Gewogen materiaal opleggen:
Indien nodig op de weegschaal een lege container plaatsen en de weegschaal
tarreren.
Plaats het gewogen materiaal en wacht op de stabilisatieaanduiding (
De weegwaarde wordt automatisch overgedragen.
66
TKFC-TM-C-BA_IA-nl-2310
).