3.32 EERSTE AANSTEKING
CONTROLEHANDELINGEN
VOOR DE OPSTART
De eerst opstart moet worden uitgevoerd
door een daartoe opgeleid en bevoegd
persoon. Als deze maatregel achterwege
wordt gelaten kan,
personen en beschadiging van de apparatuur
of andere objecten ontstaan.
kan niet aansprakelijk gesteld worden voor
letsel en/of schade.
Controleer voor het opstarten van de ketel:
- de gastoevoer is gedimensioneerd in overeenstemming
met de capaciteit van de ketel
- de elektrische voeding van de ketel 230V – 50 Hz is.
- Het systeem met water gevuld is (minimum druk 0,8/1 bar
met stilstaande pomp)
- alle aan/uit kleppen van installatie geopend zijn.
- De hoofdgastoevoer overeenkomt met de specificaties,
waarop de ketel is gecalibreerd. Als dit niet geval is, stel
de ketel dan af op de aanwezige gastoevoer.(hierbij
verwijzen wij naar de paragraaf "GAS OMBOUW"). Deze
ombouw moet uitgevoerd worden door een daartoe
opgeleid en bevoegd persoon in overeenstemming met
de normen en lokale wetgeving.
- De hoofdgastoevoer klep is geopend.
- Er geen gaslekken zijn gesignaleerd.
- De elektrische hoofdschakelaar is ingeschakeld
- Het veiligheidssysteem van de ketel niet is geblokkeerd
en is aangesloten op het rioolsysteem.
Gevaar!
Vul VOORDAT de ketel wordt opgestart het
sifon. Deze kan gevuld worden via daarvoor
opgenomen vulopening. Controleer of het
condensaat op de juiste wijze kan worden
afgevoerd. Als het sifon niet met water gevuld
is kunnen de rookgassen in de ruimte komen
de veiligheid van
De fabrikant
Instructies voor de installateur
met vergiftigingsgevaar voor personen aanwezig in deze
ruimte.
-
er geen waterlekken zijn
-
er voldaan wordt aan alle noodzakelijk ventilatiecondities
en de vereiste minimale afstand tot muren en/of andere
obstakels wordt gehouden om service aan de apparatuur
mogelijk te maken.
Opstart- en afschakel procedures
Voor opstart- en afschakel procedures verwijzen wij u naar
E8 control.
Informatie die aan de eindgebruiker
overhandigd dient te worden
De eindgebruiker van de ketelinstallatie dient geïnstrueerd
te worden in het gebruik van de installatie met speciale
aandacht voor:
-
overhandig aan de eindgebruiker de handleiding
"Handleiding voor de eindgebruiker" samen met alle
andere documenten, die u kunt vinden in de enveloppe in
verpakking. De eindgebruiker dient deze documenten ten
alle tijden te bewaren voor later gebruik.
-
Waarschuw de eindgebruiker van de belangrijkheid van
de luchttoevoer en de rookgasafvoer en dat er geen
belemmeringen mogen ontstaan.
-
Informeer de eindgebruiker over het controle systeem van
de watersysteemdruk en hoe hij deze kan herstellen bij
een te lage druk.
-
Informeer en toon de eindgebruiker de functionaliteit en
aanpassing van de temperaturen, thermostaten, en
radiatoren voor een zo efficiënt mogelijk gebruik van de
installatie
-
Herinner de eindgebruiker eraan dat om aan alle
regelgeving en voorwaarden te voldoen de ketel regelmatig
geïnspecteerd en onderhouden moet worden door
daartoe opgeleid en bevoegd persoon, zoals aangegeven
door de fabrikant.
-
Als de installatie wordt verkocht of overgedragen op een
ander eigenaar zorg er dan voor dat alle documenten en
handleidingen eveneens worden overgedragen aan de
nieuwe gebruiker of installateur.
49