Gebruik
Selecteer de werkmodus
U moet een van deze twee methoden toepassen om het apparaat in te stellen:
1) Automatische instelmodus
In de Automatische instelmodus kan het apparaat de temperatuurinstelling automatisch
instellen aan de omgevingstemperatuur en temperatuurwijziging in het apparaat. Als u
geen speciale vereisten hebt, raden we aan de Automatische instelmodus te gebruiken
(raadpleeg later de Automatische instelmodus).
2) Handmatige instelmodus:
etenswaren kunt u de temperatuur instellen met de temperatuur insteltoets (raadpleeg
DE TEMPERATUUR INSTELLEN).
Deur opening alarm
Als de deur van de koelkast wordt geopend geduren-
de meer dan 1 minuten weerklinkt het openingsalarm.
Het alarm kan worden uitgeschakeld door de deur te
sluiten of door het bedieningspaneel aan te raken. Als
de deur open wordt gelaten gedurende meer dan 7
minuten schakelt het licht in de koelkast automatisch
uit en de verlichting van het bedieningspaneel schakelt
automatisch uit.
Pas de temperatuur aan
De interne temperaturen worden beïnvloed door de
volgende factoren:
Omgevingstemperatuur
Regelmaat van het openen van de deur
Hoeveelheid opgeborgen etenswaren
Installatie van het apparaat
Pas de temperatuur aan van de koelkast
1. Ontgrendel het paneel door de knop "F" in te druk-
ken als het vergrendeld is.
2. Druk op knop "A" (Koelkast) om het koelvak te se-
lecteren. Er weerklinkt een alarm. De reële tempe-
ratuur in het koelvak wordt weergegeven.
3. Druk op knop "A" om de temperatuur van de
koelkast in te stellen. Er weerklinkt een ge-
luid iedere maal een knop wordt ingedrukt.
De temperatuur daalt in stappen van 1°C, vanaf
maximaal 9°C. De optimale temperatuur in de
koelkast is 4°C. Lagere temperaturen betekenen
onnodig energieverbruik.
Als er geen toets wordt ingedrukt binnen 5 sec. wordt
de instelling automatisch bevestigt.
14
1.
2.
3.
NL