Home >
Scannen
>
netwerk-profiel instellen
Een Scannen naar netwerk-profiel instellen
Gerelateerde modellen: ADS-1800W
Installeer een Scannen naar netwerk-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een CIFS-server te
scannen en te uploaden.
•
Wij raden u aan de meest recente versie van de volgende webbrowsers te gebruiken:
-
Microsoft Edge, Firefox en Google Chrome
-
Safari, Firefox en Google Chrome
-
Google Chrome
-
Safari en Google Chrome
•
Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn ingeschakeld, ongeacht de browser die u gebruikt.
1. Start de webbrowser.
2. Voer "https://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser in (waarbij "IP-adres van machine" staat
voor het IP-adres van het apparaat).
Bijvoorbeeld:
https://192.168.1.2
3. Voer indien vereist het wachtwoord in in het veld Log in en klik vervolgens op Log in.
Het standaardwachtwoord voor het beheer van de apparaatinstellingen vindt u op de onderzijde van het
apparaat bij "Pwd". Wijzig het standaardwachtwoord aan de hand van de aanwijzingen op het scherm
wanneer u zich voor het eerst aanmeldt.
4. Klik op Scannen > Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint in de linkernavigatiebalk.
Als de linkernavigatiebalk niet zichtbaar is, begint u te navigeren bij
5. Selecteer de optie Netwerk en klik vervolgens op Indienen.
Als u de gegevens wilt verzenden naar de aan u toegewezen map op de CIFS-server, selecteert u Aan bij
de optie Verzend naar Mijn map.
6. Klik op het menu Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint profiel.
7. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.
Optie
Profielnaam
Netwerkmapnaam
Bestandsnaam
Kwaliteit
Scannen met een apparaat van Brother
™
™
™
voor Android
™
voor iOS
>
Scannen naar netwerk
™
voor Windows
voor Mac
Beschrijving
Voer een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 14 alfanumerieke
tekens). Op het LCD-scherm van het apparaat wordt deze naam
weergegeven.
Voer het pad in naar de map op de CIFS-server waar u de gescande
gegevens naartoe wilt sturen.
Selecteer een bestandsnaam in de gegeven voorinstellingen of in de
door de gebruiker gedefinieerde namen. U kunt de door de gebruiker
gedefinieerde namen en stijl van de bestandsnamen instellen in het
menu Bestandsnaam voor scans in het navigatiemenu.
Selecteer een instelling voor de kwaliteit. Als u Autom. selecteert,
kunt u het detectieniveau voor kleur aanpassen door de
> Een Scannen naar
.
72