8
MLI Ultra 12/2750, 12/5500, 24/5500 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Een locatie voor installatie selecteren
Installeer de MLI Ultra in een droge, goed geventileerde ruimte, beschermd tegen regen, sneeuw,
spatten, damp, bilgewater, vocht en stof.
Houd de MLI Ultra uit de buurt van warmtebronnen. Zie de specificaties voor de toegestane
bedrijfstemperaturen.
De MLI Ultra moet rechtop of aan de lange zijde worden geïnstalleerd, hoewel een
rechtopstaande montage wordt aanbevolen.
Bewaar minstens 1 cm (
De MLI Ultra moet met de twee meegeleverde riemen aan de fundering worden bevestigd.
Als de MLI Ultra in een netwerk wordt geïnstalleerd, houd dan rekening met de voeding van het
netwerk.
Benodigd gereedschap
Zeskantige inbussleutel (13 mm / ½")
Platte schroevendraaier om de relaisbekabeling vast te zetten (2 mm /
MasterBus USB-interface
Windows-laptop of -notebook met gratis MasterAdjust-software of gratis CZone-configuratietool.
MasterAdjust-software kan worden gedownload op www.mastervolt.com
De CZone Configuration Tool-software is beschikbaar voor technische CZone-klanten via het
CZone Portal op downloads.czone.net.
Benodigde materialen
DC-hoofdbekabeling (doorsnede afhankelijk van de maximale systeemstroom)
Veiligheidsrelais geschikt voor nominale spanning, Mastervolt kan deze relais leveren
Bekabeling voor het besturingscircuit van een (of meerdere) veiligheidsrelais (minimale
doorsnede: 0,5 mm
T-zekeringshouder + T-zekering van max. 500 A en min. DC-breekcapaciteit (IR): 15 kA.
Mastervolt acculader
MasterBus/CZone-bekabeling
Laderinstellingen
Eén enkele accu kan worden geladen met elke Mastervolt acculader. Stel het accutype in op MLI of
stel de 3-Step+ (ook bekend als IUoUo) laadkarakteristiek als volgt in:
Model
Instelling bulk / absorptiespanning
12 V
14,25 V
24 V
28,5 V
3
/
") tussen twee Li-ion-accu's voor de luchtstroom.
8
2
/ AWG 20)
1
/
16
Instelling floatspanning
13,5 V
27,0 V
")