24
MLI Ultra 12/2750, 12/5500, 24/5500 – Gebruikers- en installatiehandleiding
De MLI Ultra toevoegen aan een CZone-systeemconfiguratie
Voorwaarde: in deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat een CZone-systeem al is geconfigureerd
en dat de CZone Configuration Tool is geopend.
Ga in de CZone Configuration Tool naar het tabblad Modules en klik op de knop Add (toevoegen).
1. Voer een duidelijke Module Name in.
2. In de vervolgkeuzelijst Module Type,
3. Elk apparaat in het CZone-netwerk heeft een uniek CZone-adres: de Dipswitch. Dit nummer
moet overeenkomen met de fysieke DIP-switchinstellingen. Wanneer er verbinding is met het
systeem: selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst of voer zelf een waarde in.
4. In de vervolgkeuzelijst Battery Type, selecteer het vereiste model.
5. Optie: klik op de knop Advanced Settings om geavanceerde opties te configureren.
6. Indien nodig, selecteer de gewenste Relay Type. In de meeste gevallen voldoet ML Switch.
Selecteer Daisy chain alleen voor de secundaire accu in een serieschakeling (d.w.z. NIET de
accu waarop het relais is aangesloten).
Selecteer Advanced als niet de ML Switch relais wordt gebruikt. In dit geval moet u ook de Pulse
Interval volgens de specificaties van de fabrikant instellen.
selecteer
Battery (BAT).