MGS-408 Gebruikershandleiding
4.3.4 CH (X) ADR (knooppuntadres)
Elke aangesloten detector moet een uniek knooppuntadres hebben.
(zie de handleiding voor de gasdetector voor het instellen van het
knooppuntadres van de detector).
Druk tweemaal op CH (X) CH (X) ADR (XXX) druk op OK om het
knooppuntadres in te stellen.
Raadpleeg de handleiding van de detector voor de juiste instelling voor het
knooppuntadres van de detector, druk op de pijltoetsen om de juiste instelling
te selecteren en druk op OK.
OPMERKING: Selecteer het knooppuntadres dat overeenkomt met de
detector die is toegewezen aan CH (X). Geldige adressen zijn 1-247.
4.3.5 CH(X) LOC (locatie)
Voor elk kanaal kan een string van 16 tekens worden gedefinieerd om de naam
of locatie van de aan dat kanaal toegewezen detector te beschrijven.
Druk tweemaal op CH (X) CH (X) LOC (locatie) druk op OK om de locatie in
te stellen.
Druk op de pijlen omhoog/omlaag om de waarde te selecteren, op de pijlen
links/rechts om de cursor te verplaatsen en druk op OK.
OPMERKING: Deze string verschijnt in het CHx-overzichtscherm als
hulpmiddel om de locatie van de bijbehorende gasdetector te identificeren.
4.4. Datalogging
4.4.1 Overzicht datalogging
Als een SD-kaart is geïnstalleerd, registreert de MGS408 om de 10 seconden
de concentratie, maateenheden, gasnaam, Laag of Hoog alarm,
detectorfoutcode en controllerfoutcode.
Loggegevens worden gedurende 10 minuten gebufferd voordat ze naar de
SD-kaart worden geschreven. Het is dus belangrijk om het menu-item 'SD EJECT'
te gebruiken voordat u de SD-kaart verwijdert. Dit zal de inhoud van de buffer
26
1100-2295 Rev 1