Het geluid verspringt.
• Disc defect of vuil.
• CD-R/CD-RW beschadigd.
Het geluid bij het afspelen van de CD is niet
normaal.
Haal de CD uit het toestel en controleer de
kwaliteit.
Het afspelen van de "MG Memory Stick" is
plotseling gestopt.
De connectors van de "Memory Stick" zijn
vuil.
t Verwijder en breng de "Memory Stick"
opnieuw in en herhaal dit een aantal keer.
Muziekgegevens met een gelimiteerde
afspeelperiode kunnen niet worden
afgespeeld.
De afspeelperiode is verlopen.
t U kunt een track niet afspelen waarvan de
afspeelperiode is verlopen.
Het toestel herkent de Network Walkman
niet.
• De USB aansluiting of de digitale I/O kabel
zit los.
t Sluit de aansluitingen opnieuw aan.
• Er wordt een USB hub gebruikt.
t Sluit de Network Walkman aan zonder
een USB hub.
Er zijn maar enkele tracks die kunnen
worden uitgeschreven. (Beschikbare
opnametijd is kort.)
De "MG Memory Stick" bevat andere
gegevens dan muziekbestanden.
t Het aantal tracks dat kan worden
uitgeschreven, wordt verkleind door de
niet-muziekgegevens in de "MG Memory
Stick". Kopieer deze tracks naar de
computer om geheugen vrij te maken op de
"MG Memory Stick".
Het toestel of de Network Walkman werkt
niet normaal bij aansluiting.
Het toestel of de Network Walkman is
aangesloten met een USB hub of een USB
verlengsnoer.
t Normale werking wordt niet gegarandeerd.
Sluit het toestel of de Network Walkman
aan met de meegeleverde USB kabel.
Er kan geen "MG Memory Stick" worden
geplaatst.
Een "Memory Stick" is omgekeerd geplaatst.
t Plaats deze op de juiste manier zoals op de
afbeelding (pagina 14).
72
Muziekgegevens kunnen niet worden
geschreven naar een "MG Memory Stick"
die op andere apparaten is gebruikt.
• Het is geen "MG Memory Stick".
t U kunt alleen "MG Memory Stick"
gebruiken.
• De "Memory Stick" is geformatteerd met
een computer.
t Nadat u de noodzakelijke gegevens naar
de computer hebt gekopieerd, formatteert
u de "MG Memory Stick" op dit toestel
aan de hand van de instructies (pagina
47).
Radio-ontvangst
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Radiozenders kunnen niet worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• Sluit de elektrische antennebedieningskabel
(blauw) of hulpvoedingskabel (rood) aan op
de voedingskabel van de auto-
antenneversterker. (Alleen indien uw wagen
is uitgerust met een FM/MW (MG)/LW
(LG)-antenne op de achter-/zijruit.)
• Controleer de aansluiting van de auto-
antenne.
• De auto-antenne schuift niet uit.
t Controleer de aansluiting van de
voedingskabel van de auto-antenne.
• Controleer de frequentie.
• Als DSO is ingesteld op "On", is het geluid
soms gestoord.
t Stel DSO in op "Off" (pagina 52).
Er kan niet automatisch worden afgestemd
op zenders.
• De lokale zoekfunctie staat op "On".
t Zet de lokale zoekfunctie op "Off"
(pagina 27).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
FM-ontvangst is slecht.
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Schakel over naar monostand (pagina
27).
Een stereo uitzending weerklinkt in mono.
Het toestel staat in de mono-ontvangststand.
t Annuleer monostand (pagina 27).