Hoofdstuk 4 - Onderdelen
2–2 Optionele apparaten
9
Afbeelding 4-3
(9) Stuurschijf (optie)
U kunt de stuurschijf naar re-
chts of links draaien. Daarmee
stuurt u de machine. Ook
tijdens het rijden. Wanneer u
de stuurschijf in de neutrale stand plaatst,
wordt het sturen neutraal.
(10) Voetschakelaar (optie)
Trap de voetknop in om de machine vanaf
het platform te bedienen.
Als u daarna echter 20 seconden lang
geen hef-, rijd-, of stuurknop bedient, ver-
vallen de bedienmogelijkheden. Laat de
voetknop even los, en trap hem weer in
om de functies weer te kunnen bedienen.
14
3. Onderste bedienpaneel
1
2
8
7
Afbeelding 4-4
10
(1) Acculaadlampje (groen)
Dit lampje gaat branden wanneer de accu
07X05M02
is opgeladen. Het knippert tijdens het
laden.
(2) Lampje storing acculader (rood)
Dit lampje brandt of knippert wanneer de
acculader niet goed functioneert.
(3) Activeringsknop / knop voor pre-
startcontroles
• Druk deze knop van u af
om de machine vanaf het
platform te kunnen bedienen.
Als u daarna echter 20 seconden lang
geen platformheffuncties bedient,
vervallen de bedienmogelijkheden. Zet de
knop even in de neutrale stand, en druk
hem weer van u af om de functies weer te
kunnen bedienen.
• Bij het verrichten van de pre-
startcontroles volgt u de
instructies op en houd de knop
voor pre-startcontroles naar u
toegetrokken.
(4) Hefknop
Wanneer u deze knop van
u af duwt, gaat het platform
omhoog.
Wanneer u deze knop naar u
toe trekt, daalt het platform.
3
4
5
6
07X05M03