02
LAADSTATUS
De laadstatus van de auto is te controleren bij de laadaansluiting, op de
regeleenheid van de laadkabel, op het bestuurdersdisplay en via de
Volvo On Call*-app.
Lampjes in de laadaansluiting
Wit - hulpverlichting.
•
Geel - stand-by, in afwachting van oplading.
•
Knippert groen - wordt opgeladen.
•
Brandt constant groen - oplading gereed, dooft na enige tijd.
•
Brandt constant rood - er is een storing opgetreden.
•
Regeleenheid
Beide led-lampjes knipperen afwisselend blauw, geel en rood: Zelf-
•
test – wacht totdat de zelftest is afgerond.
Het ene led-lampje brandt of knippert blauw, terwijl het andere led-
•
lampje is gedoofd: Stand-by.
Beide led-lampjes knipperen blauw: Wordt opgeladen.
•
Het ene led-lampje brandt of knippert geel, terwijl het andere led-
•
lampje is gedoofd: Wordt opgeladen of oplading is niet mogelijk –
storing in de temperatuurcontrole. Start het opladen opnieuw.
Het ene led-lampje knippert rood, terwijl het andere led-lampje is
•
gedoofd: Oplading is niet mogelijk – de aardlekschakelaar van de
laadkabel is in werking getreden. Start het opladen opnieuw.
Het ene led-lampje knippert rood, terwijl het andere led-lampje rood
•
brandt: Oplading is niet mogelijk – de laadkabel is aangesloten op
een ongeaard stopcontact. Sluit de laadkabel aan op een geaard
stopcontact.
Beide led-lampjes knipperen rood: Oplading is niet mogelijk – interne
•
storing.
Bestuurdersdisplay
De kleur van het symbool geeft de laadstatus aan.
Blauwe kleur - wordt opgeladen.
Groene kleur - accu volledig opgeladen.
Rode kleur - laadfout, controleer de aansluiting van de laadka-
bel op de auto en op het 230V-contact.