Voorbereiding voor het gebruik
Basis scannerinstellingen
De netwerkinstellingen voor dit apparaat moeten vóór het gebruik van de scannerfunctie worden
geconfigureerd. De instellingen zijn als volgt.
Te configureren item
Hostnaam
IP-adres
Subnetmasker
Standaard Gateway
DHCP/BOOTP
RARP
DNS-server (primair)
DNS-server (secundair)
DNS-domeinnaam
WINS-server (primair)
WINS-server (secundair)
SMTP
DB Assistant
E-mail-id beheerder
BELANGRIJK: Er kan geen e-mail worden verzonden, als SMTP en E-mail-id beheerder niet goed
zijn ingesteld.
OPMERKING: Stel het IP-adres in dat overeenkomt met uw besturingssysteem. U kunt dit adres bij
uw netwerkbeheerder krijgen.
De basis scannerinstellingen kunnen tevens met behulp van een webbrowser vanaf een computer
worden geconfigureerd.
2-28
Beschrijving
Voer een hostnaam van niet meer dan 32 tekens voor de
scanner in.
Voer het IP-adres voor de scanneraansluiting volgens de
notatie 'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Voer het subnetmasker voor de scanner volgens de notatie
'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Voer de standaard gateway voor de scanner volgens de notatie
'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Stel DHCP en BOOTP op [Geldig] of [Ongeldig] in. De
standaardinstelling is [Geldig].
Stel RARP op [Geldig] of [Ongeldig] in. De standaardinstelling is
[Geldig].
Voor het verzenden van gegevens met behulp van hostnamen
in omgevingen waarin DNS-servers beschikbaar zijn, voert u
het IP-adres van de primaire DNS-server volgens de notatie
'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Voer het IP-adres voor de secundaire DNS-server volgens de
notatie 'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Voer de domeinnaam van minder dan 64 tekens in.
Als u WINS (Windows Internet Name Service) gebruikt om
computernamen uit IP-adressen te halen, voert u het IP-adres
van de primaire WINS-server volgens de notatie
'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Voer het IP-adres voor de secundaire WINS-server volgens de
notatie 'XXX.XXX.XXX.XXX' in.
Voer de hostnaam of het IP-adres voor de SMTP-server
volgens de notatie 'XXX.XXX.XXX.XXX' bij dit veld in.
Voer het IP-adres of de hostnaam (minder dan 32 tekens) van
de computer in waarop DB Assistant is geïnstalleerd.
Voer het e-mailadres van de beheerder in. Logbestanden over
de scannerstatus en foutoverzichten worden naar dit adres
gemaild.