INFO Voor voldoende aanvoer van verse lucht raden wij
een openingsdiameter van minstens 50 cm² in het
keukenmeubelfront of een openingsdiameter van
minstens 150 cm² in het plintgedeelte aan.
INFO Om het volledige prestatievermogen van het
kookveld blijvend te behouden, moet voor voldoende
ventilatie onder het kookveld worden gezorgd.
INFO Het prestatievermogen van het kookveld wordt
beïnvloed of het kookveld raakt oververhit wanneer de
warme lucht onder het kookveld niet kan ontsnappen.
INFO Bij oververhitting van het kookveld wordt het
vermogen gereduceerd of het kookveld volledig
uitgeschakeld (zie Oververhittingsbeveiliging).
INFO Indien er onder het apparaat een inlegbodem
voor kabelbescherming (tussenbodem) wordt
voorzien, mag deze een voldoende luchttoevoer
niet verhinderen.
Zorg voor voldoende aanvoer van verse lucht onder het
X
X
kookveld.
5.3.4 Terugloop van recirculatielucht bij
gebruik van een kookveldafzuiging
met recirculatie
Voor de terugloop van de recirculatielucht kan de vereiste
terugstroomopening via een ingekorte plint worden
gemaakt. U kunt ook een lamellenplint met een minimaal
overeenstemmende openingsdiameter gebruiken.
1
4
Afb. 5.4
Ontwerpvoorbeeld terugloop bij recirculatie
(keukeneiland + PKG11-100 + PKAS +
luchtreinigingsunit)
www.bora.com
2
3
4
[1]
Gaskookveld PKG11-100
[2]
Kookveldafzuiging PKAS (recirculatie)
[3]
Luchtreinigingsunit (ULB1, ULB3)
[4]
Terugstroomopening recirculatie (totale openingsdiameter
≥1000 cm² per luchtreinigingsunit)
INFO Per luchtreinigingsunit moet er in het
plintgedeelte een terugstroomopening van
minstens 1000 cm² worden voorzien voor de
terugloop van recirculatielucht. Dooft de gasvlam
of treedt er een grotere verschuiving van de
vlammen op, dan moet de terugstroomopening
groter worden gemaakt.
Zorg voor een voldoende grote terugstroomopening.
X
X
5.4
Maten van de uitsparingen
INFO Alle afmetingen vanaf voorkant frontpaneel.
Uitstekend deel van het werkblad
x
≥60
( ≥74 )
Afb. 5.5
Uitstekend deel van het werkblad
Houd rekening met het uitstekende deel van het
X
X
werkblad x bij het maken van de werkbladuitsparing.
Geldt voor vlakinbouw en opbouwmontage.
5.4.1 Vlakinbouw
A ±2
B ±2
Afb. 5.6
Maten van de uitsparingen voor vlakinbouw
Montage
14
19
NL