Opmerking: De zeilprocessor en uw instrumenten moeten uitgeschakeld zijn voordat u kabels aansluit.
¼
Raadpleeg het onderstaande schema van de connectorindeling om de functies van de pennen te identificeren en de aansluitingen op de printplaat (PCB) te
plannen.
Gebruik een kruiskopschroevendraaier nr. 1 om de vaste schroeven aan de voorkant van het apparaat los te draaien. De schroeven blijven in hun uitsparingen
zitten.
Til de voorklep (1) en de kabelhouder (2) op en trek een van de flexibele afdekplaten (3) voorzichtig naar buiten.
Gebruik de schroevendraaier om een gat door de afdekplaat te prikken, op een plaats dicht bij de connector die u aan het bedraden bent.
Voer de kabel door het gat en de opening in de onderkant van de zeilprocessor voordat u de draden in de juiste connector (4) afsluit en de connector in de
bijbehorende poort (5) steekt.
Wanneer u de installatie en het testen van de aansluitingen hebt voltooid, plaatst u de afdekplaten, de kabelhouder en de voorkap terug. Draai alle schroeven
weer vast.
Connectorindeling
A
12V
0V
DATA +
DATA -
SHIELD
B
C
SCREEN
-
+
D
E
F
A
CAN-poort (compatibel met NMEA 2000
B
Alarmpoort
C
Aansluitpunt aardedraad
D
Voedingspoort
E
Knop voor fabrieksreset
Nadat u seriële, analoge en alarmpoorten hebt aangesloten, kunt u deze configureren door naar het menu Invoer/uitvoer op de Hercules
navigeren.
Opmerking: Elk van de drie analoge/pulsconnectoren kan worden geconfigureerd voor wind.