6.10.3
Bevestig de voeler op de buis
Het detectiedeel is aan het eind van de voeler (zie tekening).
• Bevestig de voeler met het bijgeleverde kabelbandje.
• Zorg ervoor dat de voeler goed contact met de buis maakt.
Breng contactpasta aan op de voorkant van de voeler tussen de voeler
en de buis als goed contact anders moeilijk te verkrijgen is.
• Belangrijk! Isoleer de voeler met leidingisolatie.
• Sluit de kabels aan op de voelerklemmenstrook
Contactpasta
Voelerelement Voeler
Leiding vertrek
Kabelbandje
6.10.4
Aansluiting vertrekvoeler 1 (B1 & B2)
Bij het aansluiten van de verwarmingskringvoelers 1 (B1) en 2 (B2) moet de
verwarmingskringvoeler op de verwarmingskringleiding worden gemonteerd,
idealiter na de circulatiepomp.
• De koeling wordt aangepast met vertrekvoeler 2 (B2), wat dan betekent
dat verwarmingskring 2 en koeling niet tegelijkertijd kunnen worden
gebruikt
6.10.5
Retourvoeleraansluiting bij installaties
zonder warmtepomp
Bij het aansluiten van de retourvoeler (B7) moet het product op de
retourleiding worden gemonteerd voordat deze op het product wordt
aangesloten.
6.10.6
De aangesloten voelers controleren
Als er een voeler incorrect is aangesloten, verschijnt er een bericht op
het scherm met "Alarm voeler uit". Als er verschillende voelers incorrect
zijn aangesloten, worden de verschillende alarmen weergegeven op
verschillende regels.
Als er geen alarm wordt weergegeven, zijn de voelers correct
Voelerkabel
Isolatie
CTC EcoZenith i350
43