10.5.4
Externe warmtebron (EWB)
Deze functie wordt gebruikt om aanvullende warmtebronnen aan te sluiten,
bijv. een fornuis met een warmtemantel of zonnecollectoren.
De warmte van de externe warmtebron wordt in het systeem geleid wanneer
de ingestelde temperatuur in de externe tank is bereikt en ten minste 5 ºC
boven het setpoint in het verwarmingskring ligt. Het omleiden stopt wanneer
de temperatuur 3ºC hoger is. De compressor en het verwarmingselement
werken niet zo lang er voldoende energie is in de externe warmtebron. De
warmte wordt naar de verwarmingskring en het warme water geleid.
Dit stopt zodra één van de volgende alarmmeldingen verschijnen:
Vertrekvoeler 1, WP in-voeler, Comm. fout WP of indien vertrekvoeler
warmer is dan 80ºC.
Voer de instellingen in onder Instellingen/Externe warmtebron (EWB).
10.5.5
Ext ketel
Doel: extra warmte voor wanneer vraag naar verwarming of warm water
op zijn hoogst is in de winter en naar warm water wanneer vraag naar
verwarming laag is indien dit is toegestaan. De functie zorgt ervoor dat
additionele warmtebronnen aan de verwarmingskring kunnen worden
aangesloten met een lagere prioriteit (duurdere warmtebronnen), bijv.
stadsverwarming of oliegestookte ketels.
Relais voor externe ketel (E1) wordt geactiveerd door de buitentemperatuur
(of alarm). Wanneer de achteruitgang in graadminuten voldoende groot
is en de temperatuur is voldoende hoog (B9), opent de mengklep (Y42)
naar de externe ketel. Zowel de compressor in de warmtepomp als het
verwarmingselement kunnen tegelijkertijd met de externe ketel gebruikt
worden. De warmte wordt naar de verwarmingskring en het warme water
geleid.
Zie voor meer installatie-opties in de menubeschrijving.
CTC EcoZenith i350
61