8695 6431 / B
DEFINITIE VAN DE FOUTEN DIE OP DE DISPLAY VAN DE REGELAAR VERSCHIJNEN
NUMERO
NUMBER/NUMMER
F0102,F0103
F0200...F0300
F0400, F0403
F0500...F0507
F0700...F0706
F0801,F0804
F1100...F1110
F1310
F1401
F1407
F1408
A0001...A0004
A0008,A0010
A0080
A0100
A0400
A0800
A1000
A4000
KALIBER VAN DE ZEKERINGEN VAN DE DRAAIBANKEN:
ROTAMATIC ST 15
ROTAMATIC ST 15
Regelaar overbelast. Het gedrag van de lading controleren. De instellingen
van de motor parameters controleren. .
Buitensporige temperatuur. De koeling, de klep, de sensor en de
omgevingstemperatuur controleren. Lage temperatuur. De
omgevingstemperatuur controleren evenals de verwarming van de elektrische
kast.
Temperatuur van de motor te hoog of sensor defect. De aansluiting
controleren op X12.4. Fase storing. De motor en de bekabeling controleren.
Overbelasting, kortsluiting of lekken naar de massa, motor stroom of fase
storing. Het gedrag van de lading en de hellingen (P420...P423) controleren.
De motor en de bekabeling controleren.
Spanning van de DC bus te hoog of te laag. De vertragingshellingen (P421,
P423) controleren evenals de weerstand van de aangesloten remming. De
netspanning, de zekeringen en het netwerkcircuit controleren.
Elektronische spanning (24V) te hoog of te laag. De bekabeling van de
controleklemmen controleren
Maximale frequentie bereikt. De controlesignalen en de instellingen
controleren. De vertragingshellingen (P421, P423) controleren evenals de
weerstand van de aangesloten remming.
Minimale uitgangsstroom. De motor en de bekabeling controleren.
Het signaal van de referentie waarde op de ingang X12.3 is defect, het signaal
controleren.
Overstroom op ingang X12.3, het signaal controleren.
Overstroom op ingang X12.4, het signaal controleren.
Regelaar is overbelast. Het gedrag van de lading controleren. De parameters
van de motor en de toepassing controleren.
Buitensporige temperatuur. De koeling, de klep en de omgevingstemperatuur
controleren.
Als de maximale temperatuur van de motor is bereikt, de motor en de sensor
controleren.
Storing netwerk fase, de belangrijkste zekeringen en de voedingskabel
controleren.
Als de frequentie limiet is bereikt ; uitgangsfrequentie onbeperkt.
Ingangssignaal op X12.3 te laag. De waarde opvoeren
Ingangssignaal op X12.4 te laag. De waarde opvoeren
De spanning van de bus DC heeft de minimale waarde bereikt
STANDAARD DRAAIBANKEN
FU1 (5x20)
FU2 (10x38)
1 AaM
6 AaM
BESCHRIJVING
FU3 (5x20)
6 AgF
F - ONDERHOUD
OPTIE REGELING
FU2 (10x38)
10 AaM
F-23