Installatie
Installeer de accu terug in het voertuig.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de RODE (+) kabel aan
en dan de ZWARTE (-). Sluit de
RODE (+) kabel altijd eerst aan.
Zekering
Vervang defecte zekeringen altijd door
een zekering met dezelfde capaciteit.
LET OP: Gebruik geen zekering met
een hogere capaciteit, om ernstige
schade te vermijden.
De zekeringen zitten onder de zitting
in het servicecompartiment. Verwij-
der de zitting om de zekeringhouder te
bereiken.
vmo2006-014-047_a
1. Zekeringhouder
Om de zekering uit de houder te ver-
wijderen, haalt u het deksel van de ze-
keringhouder en trekt de zekering er-
uit. Controleer of de draad is gesmol-
ten.
_____________________
112
1. Zekering
2. Nakijken op gesmolten delen
Lampen vervangen
Controleer na elke vervanging of het
licht werkt.
Koplamp
LET OP: Raak het glasdeel van
een halogeenlamp nooit aan met
de vingers. Anders neemt de le-
vensduur af. Heeft u het glas toch
aangeraakt, maak het dan schoon
met isopropylalcohol, die geen film
op de lamp zal achterlaten.
Om de connector uit te trekken, ver-
wijdert u de rubbermof van de kop-
lampbehuizing en trekt de connector
met een wrikkende beweging los.
vmo2006-014-057_a
1. Verwijder rubbermof
2. Trek de connector met een wrikkende
beweging los