INGANG/UITGANG FUNCTIES
BE.REC decoder
1-2
Kanaal 1* uitgang (500mA-48Vac/dc max)
3-4
Kanaal 2* uitgang (500mA-48Vac/dc max)
5-6
Voedingsingang 24 Vac/dc (5-,6+)
7-8
Seriële ingang voor ontvangen code van het codepaneel/panelen (7-,8+)
* In de fabrieksinstellingen geven de uitgangen 1-2 een NO maakcontact.
Dit kan worden gewijzigd in een NC normaal gesloten contact door het volgen van de aanwijzigingen in
paragraaf "Wijzigen van het uitgangscontact NO<>NC".
BE.PLAY codepaneel
1-2
Seriële uitgang voor het verzenden van codes (1-,2+)
CONFIGURATIE VAN DE ONTVANGER
Er zijn twee werkingsmodi mogelijk: BASIS en GEAVANCEERD.
Functies in de BASIS modus:
- Invoeren van codes
- Wissen van codes
- Het volledige geheugen wissen
Functies in de GEAVANCEERDE modus:
- Invoeren van codes
- Invoeren van aftelcodes:
de code is alleen toegestaan voor een bepaald aantal keren toegang (instelbaar van 1 tot 999)
- Wissen van codes
- Uitschakelen codes met een bepaald eerste cijfer
- Opnieuw activeren van codes met een bepaald eerste cijfer
- Opnieuw activeren van alle codes
- Wijzigen van het programmeringswachtwoord
Opmerking: In de basismodus kunnen codes worden ingevoerd met behulp van de PGM knop in de
ontvanger. In de geavanceerde modus worden ze ingevoerd met behulp van het numerieke toetsenbord
door het invoeren van een programmeringswachtwoord, zonder dat de ontvanger geopend hoeft te worden.
Configureren van de kanalen
In beide modi kunnen de kanalen (relais) twee verschillende werkingsmodi hebben:
1. getimed contact: de status van het relais verandert zolang als wordt ingesteld van 1 tot 6000 seconden.
2. bistabiel contact: de status van het relais verandert tot een nieuwe code wordt ingevoerd.
5