Digitale hoogfrequentie Analyser HF58B
is het nauwelijks mogelijk en ook niet noodzake-
lijk, op ieder punt en in alle richtingen te meten.
Daar het niet om een kwantitatieve, maar om een
oriënterende, kwalitatieve inschatting van de si-
tuatie gaat, kan men de antenne uit de kop van
de meter nemen (van achteren vasthouden) en
zo uit de hand het polarisatievlak van de antenne
(vertikaal of 45° gepolariseerd) veranderen. Men
kan echter net zo goed het hele meetapparaat
met gemonteerde antenne draaien.
Daar men voor de oriënterende meting niet op
het display hoeft te kijken, maar naar het toon-
signaal moet luisteren, kan men probleemloos
met langzame stappen en met steeds bewegen
van de antenne, resp. de meter met opgesto-
ken antenne in alle richtingen de te onderzoeken
ruimtes en de buitenruimte onderzoeken, om een
snel overzicht te verkrijgen. Speciaal in binnen-
ruimtes kan het zwenken naar boven en naar be-
neden verrassende resultaten geven.
Zoals hierboven reeds gesteld: Het gaat bij de
oriënterende meting niet om een exact gegeven,
maar enkel daarom om die zones te identificeren,
waar er plaatselijke piekwaarden zijn.
Kwantitatieve (getalsmatige) meting
Wanneer met behulp van de in het vorige hoofd-
stuk beschreven werkwijze de eigenlijke meet-
plaatsen geïdentificeerd zijn, kan met de kwanti-
tatief nauwkeurige meting worden begonnen.
Meetbereikinstelling
Schakelaarinstelling zoals in hoofdstuk "Oriënte-
rende meting" beschreven: Eerst het meetbereik
(Schakelaar "Messbereich") op "grob" stellen.
Wanneer er constant zeer kleine waarden wor-
© Gigahertz Solutions GmbH, D-90579 Langenzenn
den aangegeven, naar het meetbereik "mittel" of
zelfs naar „fein" omschakelen. Principe voor de
keuze van het meetbereik:
- Zo "grob" als nodig, zo "fein" als mogelijk.
Wanneer het meetapparaat ook in het meetbe-
reik "grob" overstuurd wordt (Er komt een "1"
links in het display) kan men het meetapparaat
met een factor 100 ongevoeliger maken, door
een zg. als accessoire verkrijgbare "Dämpfungs-
glied" van Gigahertz Solutions in te zetten. Bin-
nenkort is er ook een versterker beschikbaar,
die metingen met een factor 10 gevoeliger kan
maken. Deze module kan op de antennebus blij-
ven en verhoogt de dynamiek van de meter met
meer dan 80 dB, een in deze meterklasse tot nu
toe onbereikbare waarde. De pegelaanpassing
van de meter resp. de displaywaarden gaat over
de seriematige in de HF58B voorhanden zijnde
schakelaar "Pegelanpassung".
Signaal-beoordeling
Volgens
symbolisch voorbeeld toont de ver-
schillende beoordeling van hetzelfde signaal in
de middel- en piekwaarde stand:
HF-Energie in µW/qm
Spitzenwert: 10
Mittelwert: 1
z.B. 1 Puls alle 10 µS
Indeschakelaarpositie„Spitzenwert"toontdeme-
ter de volle
stroomdichtheid
van de pulsen aan (in
het voorbeeld dus 10 µW/m²). In de schakelaarpo-
sitie „Mittelwert" wordt de stroomdichtheid van de
Stand van 12.10.2004 (Revisie 3.1)
pulsen over de totale tijd gemiddeld aangegeven
dus: 1 µW/m² (= ((1 x 10) + (9 x 0)) / 10).
Voor het biologische effekt interesseert de HF-golf
zelf minder, dan de erin bevindende HF-energie
(aangegeven als µW/m²). De HF-Analysers van
Gigahertz Solutions geven in de schakelstand
"Spitzenwert" die waarde op het display aan,
welke ook met de "normal sample"-funktie van
een spektrumanalyser als gelijkwaardige waarde
in µW/m² gemeten wordt. De schakelstand "Mit-
telwert" komt overeen met "positiv peak"- instel-
ling van een spectrumanalyser. De in de schakel-
stand "Spitzenwert" verkregen meetwaarde van
de HF-Analysers van Gigahertz Solutions wordt
in de bouwbiologie vaak plastisch als "middel-
waarde van de piekwaarde" omschreven.
Toch is ook de kennis van de middelwaarde een
nuttige informatie:
- De "officiële" grenswaarden baseren zich op
een middelwaardebeoordeling. Voor het in-
schatten van "officiële" meetresultaten, b.v.
ook door telecomproviders, is een vergelij-
kingsmogelijkheid nuttig.
- Verschillende zenddiensten tonen afwijkende
verhoudingen van midden- tot piekwaarden.
Deze verhouding kan bij een DECT-basissta-
tion 1 : 100 bereiken. Bij GSM-zenders zijn
verhoudingen tussen 1 : 1 en 1 : 8 theoretisch
denkbaar (in de praktijk is de bandbreedte der
mogelijkheden in geval van GSM kleiner).
- Ook conclusies over de vollast van GSM/
UMTS-basisstations zijn principieel denkbaar,
echter daartoe zijn nog andere analyses en
overwegingen nodig.
7
Pagina