Inhoudsopgave
Advertenties
Digitale hoogfrequentie Analyser HF58B
Bijzonderheid: Radar
Voor de vliegtuig- en scheepvaart navigatie
wordt door een langzaam roterende zendantenne
een fijn gebundeld "radarsignaal" uitgezonden.
Daarom is deze - bij voldoende signaalsterkte -
slechts alle paar seconden tijdens een fraktie van
een seconde meetbaar, wat tot een bijzondere
meetsituatie leidt.
De door ons gebruikte gelijkrichtschakeling kan
bepaalde gepulste radarsignalen onderwaarde-
ren, daar er vele verschillende gepulste en onge-
pulste varianten zijn. In afweging met een voor
deze prijsklasse voorbeeldige nauwkeurigheid
van deze schakeling bij alle continu of continu
gepulste signalen (GSM, DECT enz.) nemen wij
deze omstandigheid voor lief.
Om er helemaal zeker van te zijn, wordt bij een
akoestische identificatie van een radarsignaal
(een korte "piep", dat zich in bijgevolg ongeveer
iedere 12 seconden herhaalt, door reflectie even-
tueel vaker) volgende manier aangeraden:
Schakelaar "Signal-Bewertung" op "Spitzen-
wert" zetten. Daarmee een meetplaats zoeken,
waar zo mogelijk geringere achtergrondpegels
van andere bronnen dan die van de radar te me-
ten zijn. De radarpuls is vaak zo kort, dat slechts
heel kort een eerder stochastische meetwaarde
wordt aangegeven.
Schakelaar „Signal-Bewertung" op "Spitze hal-
ten - kurz" zetten. Deze funktie is voor bepaalde
radarsignalen eigenlijk te traag, daarvoor wordt
echter de piekwaarde "vastgehouden" (met
langzame terugloop; Details over toepassing van
deze funktie in hoofdstuk "Kwantitatieve me-
ting"). Daarom zijn meerdere "radarsignaaldoor-
lopen" nodig, tot zich een evenwicht tussen uit-
© Gigahertz Solutions GmbH, D-90579 Langenzenn
loop en verhoging instelt. Dat kan enige minuten
duren.
Symbolische voorstelling
De evenwichtswaarde ligt per radartype bij de
onderste grens van de continu of continu ge-
pulste signalen specifieke meetapparaattoleran-
tie of nog daaronder. Bij een extreem geval tot
10 dB, aldus een factor 10 (Bij bepaalde radarty-
pen). Om ook voor deze bijzonderheid op zeker
te zijn, dient men gemeten radarsignalen (= to-
tale pegel minder de gemeten achtergrondbelas-
ting, dus de meetwaarde tussen de pulsen) met
een factor 10 te vermenigvuldigen en dan pas
een vergelijking met de grens- en richtwaarden
te maken.
In onze apparaten HF58B-r en HF59B is een
voor de radarmeting geoptimaliseerde schake-
ling standaard ingebouwd. Deze tonen met de
funktie "Spitzenwert halten" reeds bij de eerste
"Radarsignaaldoorloop" de volle meetwaarde.
Voorbereiding van de meter
Meetapparaat en antenne testen volgens het
hoofdstuk "Vóór ingebruikneming".
Aansluiting van de antenne
De hoekstekker van de antennekabel wordt op
de bus rechts boven op het basisapparaat op-
geschroefd. Vastdraaien met de vingers is vol-
doende - een steeksleutel dient NIET gebruikt
te worden, want daarmee kan de schroefdraad
Stand van 12.10.2004 (Revisie 3.1)
beschadigd worden. Deze SMA-verbinding met
vergulde kontakten is de hoogwaardigste indu-
striële HF-verbinding in deze grootte.
Spi tze ha lte n - l ang
Op de punt van de antenne bevinden zich twee
Ra darsig nal
lichtdioden voor diagnose van de funktie. De
rode LED brandt, wanneer de antenne korrekt is
Spi tzen wert
aangesloten en de stekker en kabel in orde zijn.
De groene LED kontroleert de leidingen en sol-
deerplekken op de antenne zelf en brandt, wan-
neer hier alle kontakten in orde zijn.
Antenne in de haakse gleuf op de afgeronde
voorkant van de meter steken. De antenne kan
zowel op de voorkant van de meter bevestigd
worden, als ook uit de vrije hand gebruikt. Bij
vrijhandig gebruik dient men er op te letten, dat
de vingers niet de eerste resonator of leiderba-
nen op de antenne raken. Het is aan te bevelen,
hem zo ver mogelijk van achteren vast te hou-
den. Een speciale handgreep is in voorbereiding.
Voor precisiemetingen dient de antenne enkel op
de meter geplaatst te zijn en niet in de hand. Een
klemtang voor statiefmontage is te verkrijgen bij
de fabrikant onder www.berlebach.de .
Naar gelang antennetype kunnen er kleine stuk-
jes koperfolie op de eigenlijke antenne gelijmd
zijn. Deze dienen voor een fijnafstelling en die-
nen derhalve niet verwijderd of beschadigd te
worden.
Verder kunnen er naar gelang antennetype op
de schacht van de beide stekkers van de anten-
nekabel ferrietbuisjes zijn opgestoken. Ook deze
dienen ter verbetering van de antenneeigen-
schappen.
5
Pagina
Advertenties
Inhoudsopgave
