9
|
Werking
9 Werking
9.1 Geavanceerde configuratie van de intelligent Tablet Controller
9.1.1 Overzicht hoofdvenster
Uitgebreide handleiding voor de installateur
48
Na de inbedrijfstelling kunt u uw setup verder configureren of herconfigureren met
behulp van de tool voor lokale inbedrijfstelling. In dit hoofdstuk vindt u de vereiste
informatie over het wijzigen van de gewenste instellingen.
INFORMATIE
Als u de Cloud-connect modus (Cloud-connect Mode) kiest en uw setup configureert
of herconfigureert, dan moet de inbedrijfstelling via internet opnieuw worden
uitgevoerd. Voor meer informatie over de inbedrijfstelling via internet, zie
inbedrijfstelling via
Hierna vindt u een overzicht van het hoofdvenster van de Tool lokale
inbedrijfstelling (Local Commissioning Tool).
b
g
Veld
a
Legende symbool
b
Symbool beheerpunt
c
Details (Details)
d
Gebruiksinstelling
e
Instelpunt (Setpoint)
4
internet" [
41].
a
c
d
e
f
h
Verklaring
Geeft de legende van alle in deze tool
gebruikte symbolen weer.
Alle met de intelligent Tablet Controller
verbonden beheerpunten. Zie
"9.1.2 Beheerpunten" [
informatie over beheerpunten.
Weergave van de basisinformatie van het
geselecteerde beheerpunt.
Schakelt het geselecteerde beheerpunt AAN
of UIT.
Stelt het gewenste temperatuurinstelpunt
voor het geselecteerde beheerpunt in
(indien van toepassing).
"8.10 Over
4
49] voor meer
DCC601A51
intelligent Tablet Controller
4P420109-1F – 2020.12