8 Inbedrijfstelling
8.1 Over de inbedrijfstelling van de intelligent Tablet Controller
installatie
8.2 Minimumvereisten voor de inbedrijfstelling
DCC601A51
intelligent Tablet Controller
4P420109-1F – 2020.12
WAARSCHUWING
Enkel erkende personen mogen de unit in bedrijf stellen.
VOORZICHTIG
Voorafgaande elektrische controles van het systeem zoals controle van de
aardingscontinuïteit, polariteit, aardingsweerstand en kortsluitingen moeten door
een vakkundig persoon worden uitgevoerd met een geschikte testmeter.
Na controle dat de componenten van de intelligent Tablet Controller werden
geïnstalleerd en alle vereiste bedrading is voltooid, kunt u beginnen met de
inbedrijfstelling van uw intelligent Tablet Controller installatie.
In deze stap van de ingebruikstelling, zult u het volgende doen:
▪
De gegevensbackupbatterij inschakelen; zie
4
inschakelen" [
26].
▪
Uw computer configureren voor de verbinding met de intelligent Tablet
Controller; zie
"8.4 Voor de eerste keer verbinding maken met de intelligent
4
Tablet
Controller" [
26].
▪
De firmware upgraden naar de nieuwste versie; zie
4
de nieuwste
versie" [
▪
De datum en tijd configureren en de functiestand instellen; zie
inbedrijfstelling voor de eerste keer
▪
De LAN-instellingen configureren; zie
(tool voor lokale
inbedrijfstelling)" [
▪
Alle aangesloten apparatuur (van Daikin) toevoegen aan de intelligent Tablet
Controller app; zie
"8.8 Snelle configuratie van de aangesloten toestellen (tool
voor lokale
inbedrijfstelling)" [
▪
Als u de cloud-connect modus hebt gekozen, uw toestellen registreren voor de
Daikin Cloud Service. Zie
INFORMATIE
Voor de autonome modus is deze laatste stap niet vereist. Voor meer informatie over
de modi, zie
"5 Overzicht van het
Voer de volgende voorbereidingen uit voordat u begint met de configuratie van de
intelligent Tablet Controller.
▪
Controleer of de specificaties van uw computer voldoen aan de in
"14.7 Vereisten
computer
minimumvereisten.
▪
Controleer of u zowel de upgrade-tool als de tool voor inbedrijfstelling hebt.
29].
4
draaien" [
"8.7 Configuratie van netwerkinstellingen
4
32].
4
33].
"8.10 Over inbedrijfstelling via
4
systeem" [
voor
inbedrijfstelling" [
8
Inbedrijfstelling
|
"8.3 De gegevensbackupbatterij
"8.5 Firmware upgraden naar
"8.6 De tool voor
30].
4
internet" [
41].
11].
4
78]
Uitgebreide handleiding voor de installateur
vermelde
25