5. Bediening
Besproeiingsprogramma
instellen :
G
G
32
Watertimer :
Voor het opstellen van het besproeiingsprogramma kan het bedie-
ningspaneel door het indrukken van de ontgrendelingstoets van de
behuizing worden verwijderd en de programmering mobiel worden
uitgevoerd (zie 4. Ingebruikname „Adapterkabel aansluiten" ).
Het besproeiingsprogramma wordt alleen uitgevoerd als de
bodemvochtigheidsensor aan de watertimer „droog" meldt
en het bedieningspaneel er correct opgestoken is. Als de
bodemvochtigheidsensor tijdens het gestarte programma
„vochtig" meldt, wordt het besproeiingsprogramma beëindigd.
Door bodemvochtigheidssensor gestuurde besproeiing :
F
1. Frequency-draaiknop
draaien (bijv.
Dag
Besproeiing overdag als de bodemvochtigheidsensor
droog meldt.
Nacht
Besproeiing 's nachts als de bodemvochtigheidsensor
droog meldt.
Besproeiing als de bodemvochtigheidsensor droog
Dag & Nacht
meldt.
2. Run-Time-draaiknop
draaien (bijv. 30 minuten).
De besproeiing start in de ingestelde besproeiingscyclus.
Bij de door de bodemvochtigheidssensor gestuurde besproeiing
wordt na elke waterafgifte een besproeiingspauze van twee uur
geactiveerd (hierdoor is een aanpassing van de bodemvochtig-
heid mogelijk).
Voorbeeld :
Besproeiingscyclus
Besproeiingsduur
De besproeiing begint als de bodemvochtigheidssensor overdag
droog meldt en eindigt naargelang de bodemvochtigheid uiterlijk
na 30 minuten.
Tijdgestuurde besproeiing :
F
1. Frequency-draaiknop
draaien (bijv. 12 uur).
12h
Besproeiing elke 12 uur
24h
Besproeiing elke dag
48h
Besproeiing elke 2 dagen
2. Run-Time-draaiknop
besproeiing (tijdstip van de programmering) in te stellen.
3. Run-Time-draaiknop
draaien (bijv. 15 minuten).
F
op de gewenste besproeiingscyclus
dag).
G
op de gewenste besproeiingsduur
=
(dag),
= 30 minuten.
F
op de gewenste besproeiingscyclus
G
op reset draaien om de starttijd van de
G
op de gewenste besproeiingsduur