1. Uitschakelstatus: Druk de Bluetoothknop vijf seconden in → Het blauwe lampje gaat aan en knippert
viermaal kort, Druk de knop nog twee seconden in → Verbindingstatus: rode en blauwe lampjes knipperen
één voor één
1) Zoeken → Blauw lampje knippert viermaal kort→ standby
2) Minder dan een minuut na het zoeken → standby
2. Standby mode: blauw lampje knippert iedere drie seconden driemaal kort. Druk de Bluetoothknop 3
seconden in → Bluetooth wordt uitgeschakeld en het rode lampje knippert viermaal kort
3. Opneem mode
1) Druk de Bluetoothknop eenmaal in → een oproep beantwoorden
2) Druk de Bluetoothknop drie seconden in → een oproep weigeren
4. Praat mode: het blauwe lampje knippert iedere drie seconden viermaal kort tijdens het praten, Druk
eenmaal op de Bluetoothknop om het gesprek te beëindigen
5. Wachtstand mode: het blauwe lampje knippert iedere drie seconden eenmaal kort.
6. Uitschakelen: druk de Bluetoothknop drie seconden in, het rode lampje knippert viermaal → uitschakelen
7. Batterij bijna leeg: het rode lampje knippert driemaal kort, u hoort een "Piep" via de koptelefoon.
8. Als het apparaat in gebruik is, druk dan herhaaldelijk kort op
9. Tijdens het opladen blijft het rode lampje altijd aanstaan.
10. Instructies voor het verbinden:
Pairing is een proces om Bluetooth apparaten met elkaar te verbinden, dit zorgt voor een permanente en veilige
verbinding tussen uw apparaten, wat resulteert in een snelle service via Bluetooth zonder dat een wachtwoord nodig
is.
Het standaard wachtwoord in het interne geheugen voor de verbinding is 0000, het wachtwoord 0000 is nodig voor
zodat gebruikers de headset kunnen verbinden met een Bluetooth mobieltje of andere apparaten, maar dit hangt af
van de instellingen van deze apparaten. Kijk a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van de apparatuur voor het Bluetooth
wachtwoord.
Nadat de headset succesvol met een mobieltje is verbonden kunt u deze gebruiken om nummers te bellen, of
oproepen te beantwoorden. Verbonden apparaten houden hun paired status, zelfs in de volgende gevallen:
. Een van de apparaten wordt uitgeschakeld.
. De verbinding met een van de apparaten wordt verbroken of gestopt.
. Een of beide apparaten worden opnieuw gestart
Gebruiksaanwijzing
of
om het geluidsvolume aan te passen