5.3 Pc-interfacemodus
Druk op de toets [Select] om te bladeren tot de pc-interface inge-
steld is.
Volgende schermen geven de data overdracht van
het DIT-M instrument weer. Bij data overdracht met
N.B.
een DIT-L kunnen er afwijkingen optreden.
5.3.1 Verbinding met een pc
Verbind de pc en de poort van de DIT-IR-module met een
USB-kabel.
5.3.2 Gegevensoverdracht naar een pc
Zie ook paragraaf
5.1 Gegevensoverdracht
Na de software-installatie (paragraaf
zal er op de desktop automatisch een map aangemaakt worden
die een softwaresnelkoppeling bevat.
Nadat de software gestart is, verschijnt het volgende keuzeven-
ster. Een gebruikersnaam kan ingegeven worden, een taal kan
gekozen worden en het gewenste type data rapport kan geselec-
teerd worden. Nadien dient het type instrument voor overdracht
van data te worden geselecteerd.
Indien er geen DIT-IR aangesloten is bij het starten van de soft-
ware, krijgt de interface een rode status indicatie (1) en verschijnt
volgende mededeling (2) na op [OK] te hebben gedrukt.
Sluit de DIT-IR aan, en druk op [refresh].
Na een succesvolle refresh kleurt de status indicatie (1) groen.
6
4.2
Software-installatie),
Optie Excel
Als de DIT-IR gevonden is, wordt een venster geopend. Geef de
bestandslocatie en -naam in. Indien een bestaand bestand gese-
lecteerd wordt, wordt er een nieuw tabblad toegevoegd.
Nadat de locatie bevestigd is, wordt de werkende interface van
de software geopend:
In dit venster kunnen de verzonden gegevens bekeken en
bewaard worden. U kunt de DIT-IR-instellingen veranderen.
Zie paragraaf
5.3.3 Configuratie van de
Tegelijkertijd wordt automatisch een Excelsjabloon
(resultaatsjabloon) in de gekozen taal geopend. De verzonden
gegevens worden in dit werkblad bewaard.
Na het starten van het print commando op de fotometer, wordt de
overgedragen data weergegeven in de operating interface.
Gegevensverwervende werkende interface:
DIT-IR-instellingen.