6
Druk, om scherp te stellen, de
ontspanknop half in (d.w.z., druk de
ontspanknop lichtjes in en stop wanneer
deze halverwege is ingedrukt).
• Het scherpstelpunt wordt groen
weergegeven wanneer het onderwerp
scherp is.
• De AF-hulpverlichting gaat mogelijk
branden om het scherpstellen te
ondersteunen als het onderwerp slecht
belicht is.
• Als de camera niet in staat is om scherp
te stellen, knippert de onscherpte-
aanduiding rood.
• Het scherpstelpunt wordt groen als de
camera kan scherpstellen nadat het
gezicht of de ogen van een menselijk
portretonderwerp zijn gedetecteerd. Als
de camera niet in staat is om scherp te
stellen, knippert het scherpstelpunt rood.
7
Druk, zonder uw vinger op te tillen
van de ontspanknop, de knop verder
volledig in om de foto te maken.
40
Foto's maken (b-stand)