D - INGEBRUIKNAME
Opgelet: De ingebruikname en de instellingen
moeten worden verricht door een bevoegde
persoon,
aangezien
toegankelijk zijn.
1 - INTERFACE-INSTELLINGEN
Controlelampjes
• L0 = Groene led (als de kaart in stand-by staat)
• L1 tot L4 = Rode leds om informatie betreffende
de instellingen, de voorvallen (of fouten) of de
status van de batterij weer te geven.
Knoppen
PROG = de instellingsmenu's openen of sluiten.
«-» / «+» = Selectie van een element van het
menu, instelling van een waarde, navigatie in de
geschiedenis van gebeurtenissen.
OK = submenu's openen, een instelling valideren,
de spanning van de batterij of de geschiedenis
van de gebeurtenissen weergeven, ingang modus
handmatige besturing.
Belangrijke opmerkingen:
• Het is mogelijk om kort op een knop te drukken
(knop minder dan 1 seconde ingedrukt houden)
of lang in te drukken (knop 3 seconden ingedrukt
houden). Uitleg instructies:
- "appuyer sur le bouton" (op de knop drukken):
dit betekent een korte druk (één impuls) op deze
knop.
- "appui long" (lange druk): dit betekent dat u 3
seconden op de knop moet drukken.
• In wat volgt, worden de handelingen beschreven
die uitgevoerd moeten worden op de knoppen.
Deze worden beschreven vanaf MENU 0. Dit is
het menu dat bijvoorbeeld wordt weergegeven
net na het opstarten, na een poortbeweging (vóór
stand-by) of wanneer de kaart in stand-by staat
(in dit geval is de groene L0-led gedoofd).
• Om er zeker van de zijn dat u in MENU 0 bent,
drukt u 2 of 3 keer op PROG. De groene led moet
oplichten (uitsluitend de groene led).
Als de gebruiker gedurende 15 seconden
geen enkele knop gebruikt, keert het systeem
automatisch terug naar MENU 0.
NL
22
de
actieve
delen
2. SNELLE INSTELLINGEN
2,1. AUTOMATISCHE HERKENNING
Met de automatische herkenningsfunctie kan de
printplaat de verplaatsingslengte van de poort
herkennen. Voordat met deze stap kan worden
gestart, moet de poort voorzien zijn van vaste
aanslagen aan het einde van de sluiting én aan het
einde van opening om de beweging te stoppen.
De automatische herkenning begint met een
sluitingscyclus. Indien dit niet het geval is, moet u
de herkenningscyclus stopzetten door te drukken
op OK
en de motorverbindingen omdraaien.
Verloop van de automatische herkenning:
• Het knipperlicht wordt ingeschakeld (1 knippering
per seconde).
• Fase 0: Detectie van de sluitingsaanslag; de
poort sluit tot aan de sluitingsaanslag.
• Fase 1: Meting van de openingslengte; de poort
opent tot aan de openingsaanslag.
• Fase 2: Meting van de sluitingslengte; de poort
sluit tot aan de sluitingsaanslag.
Start van de automatische herkenning:
• Druk 2 of 3 keer op PROG. De groene led moet
oplichten (uitsluitend de groene led).
• Houd de "+"-knop lang ingedrukt. De automatische
herkenning gaat van start.
Zodra de automatische herkenning voltooid is,
kunt u uw poortmotorisering gebruiken.
Als
de
automatische
is, raadpleeg dan de tabel hieronder. Los het
probleem op met behulp van het overzicht en start
de automatische herkenning opnieuw.
Als u de instellingen van uw motorisering
wilt
wijzigen,
raadpleeg
"RÉGLAGES
AVANCES"
INSTELLINGEN)
herkenning
stopgezet
dan
de
paragraaf
(GEAVANCEERDE