Informatie over elektromagnetische compatibiliteit
204
Tabel 3 :
Richtsnoeren en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit
Het hulpmiddel is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde
elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van het hulpmiddel
moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
IMMUNITEIT-
STEST
Geleide RF IEC
61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
www.spengler.fr
IEC 60601-
Nalevingsni-
testniveau
veau
3 V voor 0,15
3 V voor 0,15
- 80 MHz; 6
- 80 MHz; 6
V in ISM- en
V in ISM- en
amateurradio-
amateurradio-
banden tussen
banden tussen
0,15 - 80 MHz
0,15 - 80 MHz
385MHz,
385MHz, 27V/m
27V/m
450MHz, 28V/m
450MHz,
28V/m
710MHz, 745
MHZ,780MHz
710MHz, 745
9V/m
MHZ,780MHz
9V/m
810MHz, 870
810MHz, 870
MHZ,930MHz
MHZ,930MHz
28V/m
28V/m
1720MHz, 1845
1720MHz, 1845
MHZ, 1970MHz
MHZ, 1970MHz
28V/m
28V/m
2450MHz,
2450MHz,
28V/m
28V/m
5240MHz, 5500
5240MHz, 5500
MHZ, 5785MHz
MHZ, 5785MHz
9V/m
9V/m
Elektromagnetische omgeving
- richtsnoeren
Draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur mag
niet dichter bij onderdelen van
het hulpmiddel, inclusief de
kabels, worden gebruikt dan de
aanbevolen scheidingsafstand
die is berekend op basis van de
vergelijking die van toepassing is
op de frequentie van de zender.
Aanbevolen scheidingsafstand
80 MHz tot 800 MHz
800 MHz tot 2,7 Ghz
waarbij P het maximale nomi-
nale uitgangsvermogen van de
zender in watt (W) is volgens de
fabrikant van de zender, en d de
aanbevolen scheidingsafstand in
meter (m) is.
De veldsterkten van vaste RF-
zenders, zoals bepaald door een
elektromagnetisch onderzoek
ter plaatse, die lager moeten zijn
dan het nalevingsniveau in elk
frequentiegebied.
Er kan storing optreden in de
buurt van apparatuur die is
gemarkeerd met het volgende
symbool: