4.4 2-takt gebruik
Bij bediening van de rode branderschakelaar [16] (afbeelding 2) wordt het lasproces gestart. Na succesvolle ontsteking
(ontsteking door HF- of kontaktontsteking) loopt de lasstroom binnen 2 seconden tot de met de potentiometer [2]
ingesteld omhoog.
Bij het loslaten van de schakelaar [16] (afbeelding 2) schakelt de lichtboog direkt uit en zinkt automatisch af, wanneer
met potentiometer [5] een afzinktijd is ingesteld.
I
2-takt
ontsteking
branderschakelaar
16
4.5 4-takt gebruik
Bij bediening van de rode branderschakelaar [16] (afbeelding 2) wordt het lasproces gestart (ontsteking door HF-of
kontakt ontsteking). Zolang de branderschakelaar [16] (afbeelding 2) wordt ingedrukt, brandt de lichtboog met zijn
grondstroom, doch minimaal 5 A (zoeklichtboog). Na het loslaten van de rode branderschakelaar [16] (afbeelding 2)
loopt de lichtboog binnen 2 seconden op tot de met de potentiometer [2] ingestelde waarde. Bij hernieuwd indrukken
van de rode branderschakelaar [16] (afbeelding 2) zinkt de lichtboog binnen de met de potentiometer [5] ingestelde tijd
tot de minimale waarde af (eindkratervulling). Na het loslaten van de rode schakelaar [16] (afbeelding 2) verdwijnt de
lichtboog. Met behulp van de groene branderschakelaar [17] (afbeelding 2) kan de lichtboogstroom ieder moment
gereduceerd worden, zonder dat hierdoor het lasproces voor onderbroken wordt. Na het loslaten van de groene
schakelaar [17] (afbeelding 2) stijgt de lichtboogstroom binnen 2 seconden weer tot zijn vooraf ingestelde waarde op.
stroomtoename
I
4-takt
ontsteking
branderschakelaar
16
stroomtoename
I
ontsteking
branderschakelaar
16
17
stroom-oploop
2 s
2 s
2 s
29
t
stroomafname
4
t
t
2 s