4
Elektrische aansluitingen
4.1 Algemene aanwijzingen
Controleer alvorens enige werkzaamheid op elektrische onderdelen uit te
voeren, of de voeding is afgekoppeld
Controleer of de voedingsspanning overeenstemt met de specificaties (voltage, aantal fasen, frequentie) op
het typeplaatje van de unit.
De kabelafmetingen en de leidingafscherming moeten voldoen aan de specificaties in het
aansluitschema.
De voedingsspanning mag geen schommelingen van meer dan ±10% ondergaan van de nominale waarden
die op het typeplaatje zijn vermeld.
Aan de bovenstaande bedrijfscondities moet altijd worden voldaan: indien deze condities
niet worden gegarandeerd komt de garantie onmiddellijk te vervallen.
De elektrische aansluitingen moeten in overeenstemming met de informatie in het meegeleverde
aansluitschema en de geldende plaatselijke voorschriften worden uitgevoerd. De aardaansluiting is wettelijk
verplicht. De installateur moet de aardkabel met de aardklem in de schakelkast verbinden (geel-groene
draad). De voeding van het stuurcircuit wordt geleverd door de vermogensleiding via een isolatietransformator
in de schakelkast. Het stuurcircuit wordt beschermd door geschikte zekeringen of automatische schakelaars
afhankelijk van de afmetingen van de unit.
De aanbevolen afmetingen voor de voedingskabels zijn aangegeven in het aansluitschema bij de
documentatie van de unit.
In geval van zelfstandig werkende motor als gevolg van luchtstromen, of indien de
motor blijft draaien na te zijn uitgeschakeld, werkt deze als een generator en kunnen
er
gevaarlijke
motoraansluitingen.
Ook na het uitschakelen van de netspanning kunnen er nog levensgevaarlijke
ladingen aanwezig zijn tussen de veiligheidsaarding "PE" en de netaansluiting. De
veiligheidsaarding
schakelfrequentie, de spanning van de stroombron en het motorvermogen). Daarom
moet ook onder proef- en testomstandigheden worden gezorgd voor een aarding die
aan de EN-specificaties voldoet (EN 50 178, Art.5.2.11).
HF61N00679B HRCC MINKELS-0-UM-NL_HIREF
spanningen
boven
geleidt
hoge
.
de
50V
optreden
ontlaadstromen
(afhankelijk
op
de
inwendige
van
de
9