5
26 |
Niets van deze uitgave mag zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Holland Nautic in enige vorm
worden verveelvoudigd, gekopieerd, opgeslagen in een bestand of op andere wijze openbaar worden gemaakt.
Bediening
Gebruik van de AIS-transceiver
Als de unit geconfigureerd is, is deze klaar voor gebruik. Vooropge-
steld dat er andere vaartuigen met AIS-transceiver binnen radiobereik
van uw vaartuig zijn, ziet u hun gegevens op uw kaartplotter of pc.
Deze vaartuigen kunnen op hun kaartplotter of pc ook uw vaartuig
zien. Het kan zes minuten duren voordat uw complete vaartuig-
informatie voor anderen zichtbaar is.
Specifieke informatie over hoe u uw kaartplotter zo configureert dat
deze gebruik kan maken van de functionaliteit van de AIS-transceiver
wordt gegeven in de handleiding van uw kaartplotter. Als u kaart-
software op een pc gebruikt, raadpleeg dan de instructies bij uw
kaartsoftware voor het weergeven van AIS-informatie.
Schakelaarfuncties
Als er een externe schakelaar aan de AIS-transceiver is aangesloten,
volgt u de instructies in stap 4 en 5 van de installatieprocedures,
hoofdstuk 3. Met deze schakelaar kunt u de AIS-transceiver in stille
modus zetten. In stille modus stopt het zenden van uw vaarttuig-
positie, terwijl de ontvangst van de AIS-positie van andere vaartuigen
doorgaat. U gebruikt stille modus als u niet wilt dat uw vaartuig-
gegevens worden ontvangen door andere AIS-apparaten. Als stille
modus actief is, brandt het blauwe lampje.
Waarschuwing:
vaartuigen uw vaartuiginformatie niet op hun AIS-apparaten
ontvangen. Daardoor kan uw veiligheid gevaar lopen.
Gebruik van proAIS2 met uw AIS-transceiver
De proAIS2-tool heeft verschillende functies om de prestaties van uw
AIS-transceiver te volgen. Om alle functies te gebruiken, dient uw
AIS-transceiver geïnstalleerd te zijn zoals beschreven in hoofdstuk 3
en aangesloten zijn aan een pc waarop de proAIS2-applicatie draait.
Volg de instructies in het Helpmenu van proAIS2.
Functies indicatielampjes
De AIS-transceiver heeft vier gekleurde indicatielampjes, zoals afge-
beeld in figuur 13. De status van de lampjes geeft informatie over
de status van de AIS-transceiver.
Als de stille modus actief is, kunnen andere