[Kalibratie aanraakscherm]
Als u vindt dat de aanraaktoetsen afwijken van de plekken op het scherm die reageren
op uw aanraking, kunt u de reactieposities van het aanraakpaneelscherm aanpassen.
OPMERKINGEN
• Gebruik geen spits voorwerp, zoals een balpen of een vulpotlood. Hierdoor kan het scherm worden
beschadigd.
• Schakel de motor niet uit tijdens het opslaan van de aangepaste positiegegevens.
• Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de
handrem aantrekt.
Menu-item
[Kalibratie
aanraakscherm]
[Instellingen dimmer]
OPMERKING
Deze instelling kan alleen worden gebruikt als u het voertuig op een veilige plaats parkeert en de
handrem aantrekt.
Menu-item
[Trigger dimmer]
[Automatisch]
[Manueel]
[Tijd]
Beschrijving
1
Tik op [Ja].
2
Tik op twee hoeken van het scherm bij de pijlen en tik
dan tegelijkertijd tweemaal op het midden van twee
[+]-markeringen.
3
Druk op
.
De resultaten van de instelling worden opgeslagen.
4
Druk nogmaals op
Ga door naar de 16-punts instelling.
5
Tik op voorzichtig op het midden van de [+]-markering
op het scherm.
De markering geeft de volgorde aan.
• Als u op
drukt, keert het systeem terug naar de
vorige afstelpositie.
• Als u
ingedrukt houdt, wordt de afstelling
geannuleerd.
6
Houd
ingedrukt.
De resultaten van de instelling worden opgeslagen.
Beschrijving
De dimmerhelderheid instellen.
Schakelt de dimmer automatisch in of uit volgens het in- of
uitschakelen van de koplampen van uw voertuig.
Schakelt de dimmer handmatig in of uit.
Schakelt de dimmer in of uit op het door u aangepaste
tijdstip.
- 64 -
.