2
Aansluiting
2.1
Aansluitingen en bedieningselementen op het voorpaneel
Talkback-microfoon en bedieningselementen (Quantum). Quantum beschikt over een ingebouwde
talkback-microfoon. Druk op de Talk-knop om het signaal naar de geselecteerde mixen te patchen. Om
het niveau van de ingebouwde Talkback-microfoon te regelen, selecteert u het "c"-kanaal (Comm) in het
bedieningsgedeelte van de voorversterker en gebruikt u de encoder om het niveau aan te passen.
Tip voor ervaren gebruikers: Talkback-routering voor Quantum wordt afgehandeld binnen uw DAW. Het zal
verschijnen als een invoerstroom in uw DAW I/O-opstelling.
Invoermeters. Deze meters met acht LED's tonen het ingangsniveau van de analoge ingangen op uw Quantum-
serie interface. De groene LED's gaan branden wanneer het ingangssignaal varieert van -50dBFS tot -4dBFS.
De gele LED's gaan branden wanneer het ingangssignaal -2dBFS bereikt. De rode Clip-LED gaat branden
wanneer uw ingangssignaal -0,5 dBFS bereikt. Op dit niveau zal het signaal de analoog-digitaalomzetters
gaan overbelasten en tekenen van clipping gaan vertonen. Gebruik de versterkingsregelaars om het
signaal onder dit niveau te houden.
Voornaamst. De Main-knop kan een of alle uitgangen op het achterpaneel van uw Quantum besturen en heeft
een bereik van -80 dB tot 0 dB. Naast niveauregeling beschikken de hoofduitgangen over de volgende
bedieningselementen:
• Meters. Deze meters geven het signaalniveau weer dat wordt ontvangen van Driver Returns 1 en 2 (Main Links/
Rechts). Deze meters hebben hetzelfde bereik als de ingangsmeters (-50 dBFS tot -0,5 dBFS) en
bevinden zich vóór het hoofduitgangsniveau.
• Dimmen / dempen (Quantum). Deze knop regelt zowel de dim- als de mute-functies voor de hoofduitgangen.
Druk op de knop en laat hem los om het uitgangssignaal met 20 dB te verlagen. Houd de knop ingedrukt
om het hoofduitgangssignaal te dempen. De knop licht geel op als Dim actief is en rood als Mute actief is.
Deze functies zijn ook beschikbaar vanuit UC Surface en Studio One.
• Mono (kwantum). Druk op deze knop om het hoofdstereo-uitgangssignaal op te tellen
mono. De monofunctie is ook beschikbaar vanuit UC Surface en Studio One.
Tip voor ervaren gebruikers: Gebruik de Mono-functie om de mono-compatibiliteit te verifiëren en om te
controleren op fase-annulering in uw stereomixen.
Koptelefoon. Uw interface uit de Quantum-serie biedt twee/één hoofdtelefoonuitgang(en), elk met
zijn eigen niveauregeling. Elke hoofdtelefoonuitgang is voorzien van zijn eigen unieke uitgangsstroom om
audio rechtstreeks vanaf uw DAW te routeren (Quantum: afspeelstreams 11/12 en 13/14; Quantum 2:
afspeelstreams 5/6). Deze streams worden in UC Surface gelabeld als 'Phones 1' en 'Phones 2'. Vanaf UC
Surface kan elke mix naar beide hoofdtelefoonuitgangen worden geleid. Standaard weerspiegelt
hoofdtelefoon 1 op Quantum de hoofduitgang en hoofdtelefoon 2 weerspiegelt uitgang 1-2.
A/B (kwantum 2). Met de A/B-knop kunt u tussen twee mixen schakelen. Wanneer UC Surface niet wordt
gebruikt, wordt er geschakeld tussen de hoofdtelefoonstreams (5/6) en de hoofdmixstreams (1/2). Wanneer
UC Surface actief is, kunt u uit elk mixpaar de "B"-bron kiezen.
Aan/uit-knop en Sync-lampje. De verlichte ring rond de aan/uit-knop van uw Quantum is een klokbron/
synchronisatie-indicator. Het laat u weten of uw apparaat de word clock correct ontvangt.
• Blauw. Wanneer dit lampje blauw is, is uw Quantum correct gesynchroniseerd via Thunderbolt,
woordklok, ADAT of S/PDIF
• Knipperend rood en blauw. Quantum probeert te synchroniseren met een ontvangen
klok signaal.
Quantum-serie
Gebruikershandleiding
4