3
Aansluiting
3.2 Bedieningselementen op het bovenpaneel
3.2.3 Kanaalbediening
Wanneer een kanaal is geselecteerd, zijn de volgende bedieningselementen beschikbaar:
1
2
3
1. Koppeling. Creëert een stereopaar met het aangrenzende kanaal (alleen oneven/even paren).
2. Solo. Isoleert het geselecteerde kanaal in de mix.
3. Dempen. Dempt het geselecteerde kanaal in de mix.
4. Pannen. Stel de panning van het geselecteerde kanaal in. De bovenstaande LED's geven de huidige
instelling weer.
5. Niveau. Stelt het niveau van het geselecteerde kanaal in de mix in. De ladder-LED's hierboven
de besturing geeft de huidige niveau-instelling weer.
6. Limiet. Wanneer de amplitude (niveau) van het signaal de drempelwaarde overschrijdt, wordt de
begrenzer is ingeschakeld. Als u de knop tegen de klok in draait, wordt de drempelwaarde verlaagd,
zodat de begrenzing begint bij een lagere amplitude. De bovenstaande LED's geven de huidige instelling weer.
7. EQ. Met deze 3-bands EQ kunt u de tonaliteit van elk kanaal in uw mix aanpassen. De LED's boven elke
bediening geven de huidige instelling weer.
7
6
4
EarMix 16M
Gebruikershandleiding
5
26