7 In werking stellen
7.1 In- en uitschakelen toestel
Inschakelen:
Netvoeding inschakelen;
1.
Sluit de 230 V netstekker aan op de elektrische installatie.
2.
Tijdens het opstarten van het toestel wordt de software versie
getoond.
3.
Indien het toestel gedurende lange tijd spanningsloos is geweest
(meer dan ca. 1 week) dan zal de juiste taal, tijd en datum opnieuw
moeten worden ingesteld in het instelmenu
4.
Het toestel functioneert hierna meteen volgens de ingestelde
stand van de standenschakelaar. Is er geen standenschakelaar
aangesloten dan draait het toestel altijd op stand 1.
Uitschakelen:
Netvoeding uitschakelen;
1.
Neem de 230 V netstekker los van de elektrische installatie; het
toestel is nu spanningsvrij.
2.
Op display is nu geen enkele weergave te zien.
Waarschuwing:
Maak bij werkzaamheden in het toestel altijd eerst het toestel spanningsvrij door
de netstekker los te nemen.
7.2 Instellen luchthoeveelheid
Goed ventileren draagt bij aan gezonde lucht in de woning, een optimaal comfort en aan de juiste werking van de
installatie.
De luchthoeveelheden van het toestel zijn af fabriek ingesteld op respectievelijk 40, 50, 100 en 150 m
en het energieverbruik van het toestel zijn afhankelijk van het drukverlies in het kanalensysteem, en de weerstand
van de fi lters. Indien niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, wordt automatisch de luchthoeveelheid van de
bovenliggende stand aangepast.
Wijzigingen kunnen in het instelmenu
worden gedaan. Ga in het instelmenu naar stapnummer 1.2 t/m 1.4 om lucht-
hoeveelheden aan te passen.
Let op!
De hoogst gevraagde ventilatiestand is leidend; staat bijvoorbeeld de standenschakelaar op stand 3 dan kan op
het hoofdscherm van het toestel de ventilatie stand niet word aangepast naar een lagere stand. Uitzondering hierop
is ventilator stand 0. Indien stand 0 is gekozen op display; is aansturing vanuit andere schakelaars, sensoren etc.
niet mogelijk.
24 | Art.-nr.: 616709-A
.
3
/h. De prestaties
Bij aangesloten CO
-sensoren zal afhankelijk van de gemeten PPM waarden de luchthoeveelheid traploos tussen
2
stand 1 en stand 3 worden geregeld; bij een aangesloten vochtsensor zal bij inschakelen hiervan de luchthoeveelheid
naar stand 3 worden geschakeld.
7.3 Overige instellingen installateur
Het is mogelijk om naast de luchthoeveelheden ook nog andere instellingen van het toestel te veranderen; voor
overzicht van deze instellingen van standaard toestel (
waarden toestel met Plus print pagina 55). Wijzigingen kunnen in het instelmenu
Waarschuwing:
Omdat veranderingen in het instelmenu de goede werking van het toestel kunnen
verstoren moet bij niet beschreven instellingen overleg plaats vinden met Ubbink NV.
Onjuiste instellingen kunnen het goed functioneren van het toestel ernstig verstoren!
7.4 Fabrieksinstelling
Het is mogelijk om alle gewijzigde instellingen tegelijk terug te zetten naar de fabrieksinstelling. Alle gewijzigde in-
stellingen staan weer op de waarde zoals het toestel af fabriek wordt geleverd; ook alle meldcodes/ foutcodes zijn
uit het service menu gewist.
De filtermelding wordt hierbij niet gereset!
Voor terugzetten naar fabrieksinstelling, open het instelmenu
Onder toestelinstellingen kan bij stapnummer 15.9 het toestel worden teruggezet naar fabrieksinstelling.
Let op:
Bij een Ubifl ux Vigor W225 Plus moet na het terugzetten naar de fabrieksinstelling in het
instelmenu stapnummer 14.1 weer op External Bus te worden gezet! Onjuiste instellingen
kunnen het goed functioneren van het toestel ernstig verstoren!
Instelwaarden pagina 52) en toestel met Plusprint (
Instel-
worden gedaan.
.
Ubifl ux Vigor W225 | 25