Instellingen voor
diapresentaties
Interval voor diapresentatie selecteren
1
Op het beginscherm selecteert u
[Instellingen] en drukt u op OK.
2
Selecteer [Diapresentatie] en druk
vervolgens op OK.
3
Selecteer [Interval] en druk vervolgens
op OK.
4
Selecteer een interval voor de
diapresentatie en druk vervolgens op OK.
Diavolgorde selecteren
1
Op het beginscherm selecteert u
[Instellingen] en drukt u op OK.
2
Selecteer [Diapresentatie] en druk
vervolgens op OK.
3
Selecteer [Shuffle] en druk vervolgens op
OK.
4
Om de diapresentatie in willekeurige
volgorde weer te geven, selecteert u [Aan]
en drukt u vervolgens op OK.
•
Om de diapresentatie in de
standaardvolgorde weer te geven,
selecteert u [Uit] en drukt u
vervolgens op OK.
Weergavemodus voor diapresentatie
selecteren
1
Op het beginscherm selecteert u
[Instellingen] en drukt u op OK.
2
Selecteer [Diapresentatie] en druk
vervolgens op OK.
3
Selecteer [Weergavemodus] en druk
vervolgens op OK.
4
Selecteer een weergavemodus voor de
diapresentatie en druk vervolgens op OK.
Overgangseffect selecteren
1
Op het beginscherm selecteert u
[Instellingen] en drukt u op OK.
2
Selecteer [Diapresentatie] en druk
vervolgens op OK.
3
Selecteer [Overgangseffect] en druk
vervolgens op OK.
4
Selecteer een overgangseffect en druk
vervolgens op OK.
Achtergrondkleur selecteren
U kunt een randkleur voor de achtergrond
selecteren voor foto's die kleiner zijn dan het
display van het PhotoFrame.
1
Op het beginscherm selecteert u
[Instellingen] en drukt u op OK.
NL
25