Inhoudsopgave
Advertenties
De machine aan de tractor bevestigen
Werk altijd op een vlakke ondergrond als de machine wordt aangekoppeld/ontkoppeld. Dit voorkomt gevaarlijke
bewegingen. Er mag zich nooit iemand tussen de tractor en de machine bevinden.
1. Terwijl de machine op een vlakke ondergrond staat, rijdt u langzaam naar de machine toe zodat de tractorarmen 1
binnen de stanghouder 2 liggen.
2. Plaats de tractorarmen 1 in de stanghouder 2 en borg de positie met pen 3.
3. Voordat de aftakas 4 aan de tractor wordt bevestigd, moet de lengte worden gecontroleerd zoals eerder beschre-
ven in de handleiding.
4. Zorg ervoor dat de veiligheidsketting 5 is bevestigd om te voorkomen dat de beschermingsafdekking van de aftakas
draait.
5. Als de machine hydraulische slangen heeft, moeten deze op de juiste aansluitingen worden aangesloten.
Transportpositie
Voordat de machine wordt opgeheven, moeten de aandrijving en de messen volledig tot stilstand zijn ge-
komen.
Tijdens het transport moet de aftakas zijn ontkoppeld.
1. Zorg ervoor dat de machine in de hiervoor beschreven wijze aan de tractor is gekoppeld. Zorg ervoor dat de handrem
van de tractor is aangetrokken.
2. Zorg ervoor dat de bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en breng de machine vervolgens met de hydraulische
besturing in de transportpositie.
3. Tijdens het transport en als de machine is opgeheven, moet de hefvoorziening zo zijn ingesteld dat de machine zich
25 cm boven de grond bevindt.
Bediening van de machine/maaien
Let erop dat ledematen nooit onder de machine mogen komen als de rotoren draaien. Na het ontkoppelen
van de aftakas kunnen de rotoren nog ongeveer 1 minuut doordraaien.
1. Tijdens het werken met de machine mag het toerental van de aftakas niet hoger zijn dan het vermelde toerental in de
paragraaf "Technische gegevens" van deze handleiding. Werk altijd op een effen ondergrond als de machine wordt
aangekoppeld/ontkoppeld. Dit voorkomt gevaarlijke bewegingen.
2. Er mag zich nooit iemand tussen de tractor en de machine bevinden. Zorg ervoor dat de machine op de hiervoor
beschreven wijze correct aan de tractor wordt gekoppeld.
3. Laat de machine op de grond zakken en stel de hoogte van de zwenkwielen en de achterste rol op de gewenste
snijhoogte in.
4. Start de tractoraftakas op een laag toerental.
5. Verhoog langzaam tot de bedrijfssnelheid, kies een geschikte vooruitversnelling en begin met maaien.
8
4
5
3
2
1
www.major-equipment.com
Advertenties
Inhoudsopgave
