2. Het [Verbindingsinstelling]-menu verschijnt
op het scherm. Selecteer de [Draadloos]-
functie met W/S en druk vervolgens op de
middelste knop.
3. Selecteer [Ja] en druk op de middelste
knop om door te gaan. De bestaande
netwerkinstellingen worden door de nieuwe
instellingen vervangen.
4. Het apparaat scant alle beschikbare access-
points of draadloze routers die binnen bereik
zijn en toont ze in een lijst. Selecteer met een
W/S een access-point of draadloze router in
deze lijst en druk vervolgens op de middelste
knop.
Als uw access-point of draadloze router van
een beveiliging is voorzien, controleer dan of
de WEP- of WPA-sleutel die in het apparaat
is ingevoerd precies overeenstemt met de
informatie van de router. U moet eventueel een
beveiligingscode invoeren.
,
Opmerking
y Een WEP-beveiligingmodus heeft meestal 4
sleutels beschikbaar voor een access-point
of draadloze router. Als uw access-point of
draadloze router gebruik maakt van WEP
beveiliging, voer dan de beveiligingscode
van sleutel "Nr. 1" in om verbinding te
maken met uw thuisnetwerk.
y Een access-point is een apparaat waarmee
u draadloos verbinding kunt maken met uw
thuisnetwerk.
y Als uw access-point of draadloze router
de op WPS (Wi-Fi Protected Setup)
gebaseerde PIN Code-configuratiemethode
ondersteunt, druk dan op de gele (Y)
knop en let op het codenummer op het
scherm. Voer vervolgens de PIN-code
in het instelmenu van uw access-point
of draadloze router in om verbinding
te maken. Zie de documentatie van uw
netwerkapparaat.
[Manueel] – Uw access-point zendt de naam
van het access-point niet uit (SSID). Controleer
de instellingen van uw router met behulp van
uw computer en stel uw router in voor het
uitzenden van de SSID of voer de naam van het
access-point (SSID) in [Manueel] met de hand
in.
[Drukknop] – Indien uw access-point of
draadloze router de Push Button Configuration-
methode ondersteunt, selecteert u deze optie
en drukt u binnen 120 tellen op de drukknop op
uw access-point of draadloze router. In dit geval
hoeft u de naam van het access-point (SSID) en
de beveiligingscode van het access-point of de
draadloze router niet te kennen.
5. Gebruik W/S/A/D om de IP-modus te
selecteren tussen [Dynamisch] en [Statisch].
Normaal kunt u [Dynamisch] kiezen om een IP-
adres automatisch toe te wijzen.
,
Opmerking
Als er een DHCP-server in het netwerk
aanwezig is en u wilt het IP-adres met de
hand instellen, selecteer dan [Statisch] en stel
vervolgens de opties [IP Adres], [Subnet Mask],
[Gateway] en [DNS Server] met behulp van
W/S/A/D in.
6. Selecteer [OK] en druk op de middelste knop
om de netwerkinstellingen toe te passen.
7. Vervolgens vraagt het apparaat u de
netwerkverbinding te testen. Selecteer
[OK] en druk op de middelste knop om de
netwerkverbinding te voltooien.
8. Indien u [Test] selecteert en bij stap 7 hierboven
op de middelste knop drukt, wordt de
netwerkverbindingstatus op het scherm
getoond. U kunt het netwerk ook testen met
behulp van de optie [Verbindingsstatus] in het
[Instellen]-menu.
Aansluiten
19
2