Eerste uitgave Tweede druk
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, duidt dit aan
dat de arm voorbij een band aan de
cirkelzijde is gedraaid en de
rijfunctie is onderbroken.
Beweeg de rijschakelaar en verplaats de joystick
voor rijden en sturen langzaam uit het midden om te
rijden.
Wanneer de joystick voor rijden en sturen niet binnen
twee seconden na het bewegen van de rijschakelaar
wordt bewogen, treedt de rijfunctie niet in werking.
Laat de rijschakelaar los en beweeg deze opnieuw.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in de richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op
de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
Wanneer het lampje 'rijden ingeschakeld' brandt,
kunnen de assen niet worden ingeschoven.
Motortoerental instellen
Selecteer het motortoerental door
de motortoerentalkeuzeschakelaar
in te drukken. Het indicatielampje
naast de huidige instelling gaat
branden.
•
Schildpadsymbool: laag stationair
•
Konijnsymbool: hoog stationair
Lampje 'motor controleren'
Lampje brandt en de motor is
afgeslagen: Voorzie de machine van
een label en neem deze uit bedrijf.
Lampje brandt en de motor draait nog:
Neem binnen 24 uur contact op met
onderhoudspersoneel.
Onderdeelnr. 1270327DU
Werkbereikindicatielampjes
De werkbereikindicatielampjes gaan branden om
aan te geven dat een functie is onderbroken en/of
dat er een handeling van de bediener nodig is.
Indicatielampje 'arm
omhoog/inschuiven'
knippert: Laat de arm neer
of schuif deze in tot het
indicatielampje uitgaat.
Indicatielampje 'arm
neerlaten' knippert: Laat de
arm neer tot het
indicatielampje uitgaat.
Indicatielampje 'machine
niet vlak' knippert: Het
scheefstandalarm klinkt als
dit lampje knippert.
Verplaats de machine naar
een stevige, horizontale
ondergrond.
SX-105 XC™ SX-125 XC™
www.duma-rent.com
Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
47