60
(Snelle instellingen)
[Geavanceerde bediening]
Als u de beeldmodus instelt op Expert, kunt u de volgende functies instellen.
De beschikbare opties kunnen variëren, afhankelijk van het invoersignaal of de
geselecteerde beeldmodus.
De configureerbare items kunnen verschillen, afhankelijk van het model.
•
[Dynamisch contrast]
Hiermee corrigeert u het verschil tussen de heldere en donkere delen van het
scherm voor optimale resultaten, afhankelijk van de helderheid van het beeld.
•
[Superresolutie]
Hiermee past u de resolutie aan, om matte en vage beelden duidelijker te
maken.
•
[Kleurbereik]
Hiermee selecteert u het bereik van de weer te geven kleuren.
•
[Kleurenfilter]
Hiermee filtert u een specifiek kleurenspectrum in RGB-kleuren om de
kleurverzadiging en -tint correct te finetunen.
•
[Gamma]
Hiermee past u de gemiddelde helderheid van het beeld aan.
•
[Witbalans]
Hiermee past u de algehele kleurtemperatuur van het scherm naar wens aan.
•
[Kleurbeheersysteem]
Dit wordt door experts via een testpatroon bediend. U kunt het bedienen
door zes kleurvlakken te selecteren ([Rood]/[Groen]/[Blauw]/[Cyaan]/
[Magenta]/[Geel]). Aanpassingen leiden in normale beelden mogelijk niet tot
waarneembare kleurveranderingen.
[Beeld]
[Instellingen beeldmodus]